rekenen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2,3

45X = 42X+ 6.000

Hoeveel is de X.

45X=42X + 6000

3X = 6000

X = 6000 / 3

X = 2000

TO = 65X

TK = 20X + 180.000

bereken de X uit.

= 4000

283 - 99 =

Welke berekening is goed?

1. 283 - 100 + 1=
2. 283 - 100 -1 =

Je maakt van 99 een rond getal: 100. Als je 100 van 283 aftrekt, heb je er 1 te veel afgetrokken. Die moet je er dan later weer bij optellen.

1

​2​​1​​

1. helft
2. driekwart
3. kwart
4. anderhalve

Hoeveel seconden zitten er in een uur?

1. 60
2. 100
3. 3600
4. 1800

1/3 deel van 27 =

1. 9
2. 8
3. 7
4. 6

1/5 deel van 90 =

1. 18
2. 20
3. 450
4. 25

1/5 deel is 20%

1. Waar
2. Niet waar

3/4 deel van 100

1. 25
2. 50
3. 75
4. 0,75

1/4 deel is 30%

1. Waar
2. Niet waar

25% van 200 =

1. 25
2. 50
3. 0,50
4. 800

Schrijf als breuk: 75%

1. 3/8
2. 0,75
3. 3/4
4. 7,5

schrijf als decimaal getal (kommagetal): 15/100

1. 1,5
2. 15
3. 0,15
4. 0,015

TO=45Q
TK =36Q+ 6.750
Hoeveel is de break-even afzet

1. 60.750
2. 614
3. 750
4. 613,6

Hoeveel maanden zijn er na mei nog?

1. 6
2. 7
3. 8
4. 9

Wat zijn de coördinaten van punt Q?

1. (3,5,3)
2. (3,5;3)
3. (3,3,5)
4. (3;3,5)

980 = ......× 10 + 80

1. 9
2. 90
3. 900
4. 980

Reken de volgende som goed uit:

72 - 9 x 5 =

1. 27
2. 315
3. 77
4. 45

​6​​4​​+​6​​4​​=

1. ​6​​3​​
2. 1​3​​1​​
3. 1​6​​2​​
4. ​6​​8​​

één hele + 2/6 vereenvoudigen...

Een doos Merci Chocola kost € 5,80
exclusief 6 % BTW (dus zonder BTW)





Een doos Merci Chocola kost € 5,80
exclusief 6 % BTW (dus zonder BTW)
Wat kost deze doos chocola inclusief BTW?
Bereken dit met een verhoudingstabel.

1. € 6.00
2. € 6.40
3. € 6.15
4. € 6.25

vereenvoudig:

​15​​10​​

​5​​2​​

1. 2/5
2. 2/3
3. 5/8
4. 20/30

Welke zijn waar?

1. Punt B heeft als coördinaat B(4,5;3)
2. Punt C heeft als coördinaat C(5,5;7)
3. Punt A heeft als coördinaat (7,2)

Met welke som reken je de omtrek van deze rechthoek uit?

1. 9 + 3 + 9 + 3 =
2. 2 x 9 + 2 x 3 =
3. 18 + 6 =
4. 2 x 3 + 2 x 9 =

Met alle sommen bereken je het goede antwoord!

Bekijk de afbeelding.

Wat is de oppervlakte van de cirkel?

1. 7,07 dm²
2. 1,77 dm²
3. 0,71 m²
4. 4,71 dm²

De oppervlakte van een cirkel is pi x straal x straal. Vergeet niet eerst de diameter om te rekenen naar de straal.

Deze balk is 8 cm lang, 2 cm breed en 3 cm hoog.

Bereken de oppervlakte.

1. 92 cm²
2. 8,6 dm²
3. 68 cm²
4. 46 cm²

Joop bouwt zijn eigen kasten en heeft in een tabel opgeschreven wat daarvoor nodig is. Hij hoeft alleen nog de boeken-kast te maken. In de gereedschapskist liggen nog 30 schroeven. Is dat genoeg?

1. Ja, hij heeft genoeg schroeven.
2. Nee, hij heeft te weinig schroeven.

Welke informatie heb je nodig? Zoek in de linker kolom de boekenkast. Zoek in de bovenste rij de schroeven. Waar deze rij en kolom elkaar kruisen, vind je het getal dat je nodig hebt.

In welk jaar zijn er 250 meisjes en
250 jongens geboren?

1. 2009
2. 2006
3. 2007
4. 2008

Een horloge kost in de opruiming €34,95.
Het horloge kostte eerst €54,95.
Bereken de procentuele prijsafname.

Welke berekening moeten we doen om het antwoord te berekenen?
Tip: Gebruik een kladblaadje.

54,95-34,95

1. 54,95 : 100 x 20
2. 100 : 54,95 x 20
3. 54,95 : 20 x 100
4. 100 : 20 x 54,95

Joris heeft € 625,- spaargeld.
De bank geeft 2,3% rente.
Met welke berekening kan Joris berekenen hoeveel spaargeld hij na 1 jaar heeft?

1. 0,977 x 625
2. 1,23 x 625
3. 1,023 x 625
4. 2,3 x 650