Waar = wo
Staubsaugen ipv Staubzaugen ( je hoort een z, maar schrijft een s)
den Müll rausbringen = het vuilnis buiten brengen
Für mich = voor mij
Für dich = voor jou
Bei mir = bij mij
Bei dir = bij jou Bei uns = bij ons
Geschirr spülen = de vaat doen
in der Nähe = in de buurt
Supermarkt ipv Supermarket (je schrijft als in het NL)
Schwimmbad = zwembad