3.3: 26, 27, 29, 32, 33, 35, 38, 40
Je kunt grafieken in assenstelsels aflezen
Je kunt bij een tabel een grafiek in en een assenstelsel tekenen
Je kunt globale grafieken aflezen
3.4: 42, 44, 45, 46. ( les vrijdag)
Je kunt rekenen met woordformules