This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Programma van vandaag
Formatieve toets over de voorkennis (15 minuten)
Wie is Pythagoras
Doelen die bij deze paragraaf horen
Instructie 6.1 over de stelling van Pythagoras
Controle of de doelen behaald zijn
Huiswerk
Slide 1 - Slide
Uit het hoofd:
7⋅7=
A
47
B
48
C
49
D
14
Slide 2 - Quiz
Uit het hoofd:
1⋅1⋅1=
A
3
B
2
C
1
D
anders
Slide 3 - Quiz
Vierkant ABCD met opp. van Hoe lang is de zijde? Afronden op 1 decimaal
38,44cm2
A
19,22cm
B
6,2cm
C
14,22cm
D
anders
Slide 4 - Quiz
Hoe heet deze driehoek?
A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
gewone driehoek
Slide 5 - Quiz
Hoe heet deze driehoek?
A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
gewone driehoek
Slide 6 - Quiz
Hoe heet deze driehoek?
A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
gewone driehoek
Slide 7 - Quiz
Hoeveel rechthoekige driehoeken tel je?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 8 - Quiz
Welke vorm heeft vlak BCGF?
A
vierkant
B
rechthoek
C
gewone driehoek
D
rechthoekige driehoek
Slide 9 - Quiz
Welke vorm heeft vlak BCG?
A
vierkant
B
rechthoek
C
gewone driehoek
D
rechthoekige driehoek
Slide 10 - Quiz
Welke vorm heeft vlak ACG?
A
vierkant
B
rechthoek
C
gewone driehoek
D
rechthoekige driehoek
Slide 11 - Quiz
Dit was de formatieve toets
Ik kijk de toets na en iedereen die de stof nog niet voldoende beheerst wordt door mij uitgenodigd in het vragenuur voor extra instructie. Aanwezigheid wordt geregistreerd en doorgegeven aan je coach.
Slide 12 - Slide
Pythagoras
Op Samos is de hoofdstad naar hem vernoemd,
Pythagorion. Daar staat ook het standbeeld dat
zijn stelling laat zien.
Slide 13 - Slide
Pythagoras
Pythagoras werd geboren op Samos,
een van de Griekse eilanden in de Egeïsche Zee.
Pythagoras was de eerste echte wiskundige en
verder een bekend filosoof met een eigen "school".
Hij leefde in de zesde eeuw v.Chr. (580 - 500??)
Slide 14 - Slide
De doelen voor vandaag
Je herkent een rechthoekige driehoek
Je weet dat de stelling van Pythagoras alleen geldt als het gaat om een rechthoekige driehoek
Je kan de stelling op drie manieren opschrijven
Je kent de volgende begrippen: som, kwadraat, rechthoekige driehoek, rechthoekszijde, korte zijde, lange zijde, schuine zijde,
Slide 15 - Slide
De stelling in woorden
In een rechthoekige driehoek
is de som
van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden
gelijk aan
het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.
Slide 16 - Slide
De stelling in wiskundetaal:
De eerste manier:
met de rechthoekszijde en schuine zijde:
of onder elkaar:
___________
rhz2+rhz2=sz2
rhz2
rhz2+
sz2
Slide 17 - Slide
De stelling in wiskundetaal:
De tweede manier:
met de korte zijde en de lange zijde:
of onder elkaar:
___________
korte zijde = rechthoekszijde
lange zijde = schuine zijde (tegenover rechte hoek)
kz2+kz2=lz2
kz2
kz2+
lz2
Slide 18 - Slide
De stelling in wiskundetaal:
De derde manier:
met de letters a, b en c:
of onder elkaar:
___________
a en b = korte zijde = rechthoekszijde
c = lange zijde = schuine zijde (tegenover rechte hoek)
a2+b=c2
a2
b2+
c2
Slide 19 - Slide
Hier zie je de stelling
het gele en rode
vierkant maken
een rechte hoek
Gele vierkant: zijde=a=3
Rode vierkant: zijde=b=4
Opp=a2=9 en b2=16
Je ziet als je deze bij
elkaar optelt:
a2 + b2 = 9 + 16 = 25 = opp van het grote vierkant
De zijde = = 5
en dat klopt, kijk maar in de
afbeelding
√25
Slide 20 - Slide
Stelling van Pythagoras
Het vraagteken zet je neer bij de zijde die je wilt berekenen.
Kies voor jezelf de manier die het beste bij jou past.