This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Clase 4 - Adiós a las vacaciones
El tema: vacaciones
Slide 1 - Slide
Reglas
Wanneer iemand praat, zijn we stil en luisteren we.
Bij binnenkomst groeten we de docent en gaan we volgens de plattegrond zitten.
We hebben altijd onze spullen mee (Tekstboek, werkboek A, studiewijzer, pen, laptop + oplader)
We hebben respect voor de mensen om ons heen.
We zitten niet aan spullen van anderen.
We steken onze vinger op wanneer wij een vraag hebben.
We komen op tijd in de les.
We maken ons huiswerk volgens de planning van de studiewijzer.
We maken er een gezellig en leerzaam jaar van.
Slide 2 - Slide
Overgangsdossier A2
Slide 3 - Slide
Capítulo 1: leerdoelen
Je kunt iets vertellen over je vakantie.
Je kunt vertellen wat je hebt gedaan.
Je kunt iets vertellen over je hobby’s.
Je leert vocabulaire die te maken hebben met vakantie, schoolspullen,
schoolvakken, hobby’s, muziekinstrumenten en landennamen.
Je leert de presente perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)
Je leert werkwoorden met een onregelmatige ik-vorm.
Je leert het werkwoord ‘gustar’ (leuk vinden, houden van, lekker vinden)
Je herhaalt de vervoegingen van werkwoorden in de presente.
Slide 4 - Slide
La planificación:
Cinco minutos: introducción
Quince minutos: los deberes
Diez minutos: explicación gustar
veinticinco minutos: a trabajar
Diez minutos: evaluación
Slide 5 - Slide
Los deberes
Ej. 13CD y ej. 19
Nog niet langs geweest voor controle?
- In stilte voca 1.1 t/m 1.3 leren
Slide 6 - Slide
Comprobar los deberes
1. Ik kom langs en controleer of jij de volgende opdrachten hebt gemaakt:
ej. 6, 7, 8a, 9, 10, 11, 12, 13abcd, 19
2. Heb ik het gecontroleerd? Pak (in tweetallen) de nakijkbladen en ga nakijken. (doe dit zorgvuldig, hier leer je namelijk van)
3. Eerder klaar? Lees frases clave bron E (TB. P. 10) en maak ej. 16, 17 y 18
Slide 7 - Slide
Me gusta
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
A trabajar
1. Frases clave -> ej. 16, 17 y 18
2. Gustar -> ej. 27, 28, 29
3. Estudia vocabulario 1.1 t/m 1.3
4. Estudia frases clave E
Slide 10 - Slide
Evaluatie les, Schrijf dit puntsgewijs op, zelfde manier als hoe de vraag staat. (onder elkaar met cijfer ervoor)
1. Noem één ding dat je makkelijk vond in deze les 2. Noem één ding dat je moeilijk vond. 3. Noem één ding dat je leuk/ interessant vond 4. Welk woord heb je geleerd?