VCA Hoofdstuk 4: Brand & Explosie gevaar

Herhaling: Hoofdstuk 1/3
1. Waar staat VCA voor? 

2. Wat houdt de Arbo(beitsomstandigheden) wetgeving in? 
Waarom is deze wet er? 
Wat betekend VGM?

3. Welke rechten en plichten heb jij? En je werkgever?
Wat zijn PBM? 

4. Wat is het verschil Arbeidsinspectie en een Arbo-dienst?
1 / 38
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Herhaling: Hoofdstuk 1/3
1. Waar staat VCA voor? 

2. Wat houdt de Arbo(beitsomstandigheden) wetgeving in? 
Waarom is deze wet er? 
Wat betekend VGM?

3. Welke rechten en plichten heb jij? En je werkgever?
Wat zijn PBM? 

4. Wat is het verschil Arbeidsinspectie en een Arbo-dienst?

Slide 1 - Slide

Begrippen 
  • ARBO wet= je moet je er aan houden
  • algemene regels
  • voorschriften = je moet....
  • arbobeleidsregels= hoe kun je aan de regels voldoen
  • arbo-bladen = regel uit de wet over een specifiek onderwerp in makkelijke taal uitgelegd.

Slide 2 - Slide

                                                                                       ARBO-wet

Verplichtingen werkgever:

  • Juiste inrichting werkplek
  • Aanbieden juiste instructies
  • Beperken risico's op ongevallen met     gevaarlijke stoffen
  • Voorkomen van een hoge werkdruk
  • Melden en registreren van bedrijfs-     ongevallen en beroepsziekten



Verplichtingen werknemer:

  • Apparaten op een veilige manier gebruiken
  • Opvolgen instructies werkgever
  • Voorzichtig omgaan met gevaarlijke stoffen
  • Meedoen aan scholing over veiligheid
  • Het melden van bedrijfsongevallen en beroepsziekte

Slide 3 - Slide

1.  Wat betekend Risico?
2. Wat waren de 5 punten van de Lateiner ongevalstheorie? (volgende sheet.)

3. Wat is verschil tussen Onveilige situatie en Onveilig handelen?
4. Wat wordt van je verwacht met betrekking tot Gedrag?

5.  Waarom zijn er  Risicoanalyse? 
- (Lmra) Last minute Risico analyse 
- (tra)Taak risico analyse
6.  Hoe zat het met Werkvergunning?


7. Wat kan je doen om risico te verminderen?
-PBM
-Ergonomische houding
-Werkdruk

 8. Veiligheidspictogrammen
- Gebod
- Verbod
- Waarschuwing

Slide 4 - Slide

Lateiner ongevalstheorie
oorzaak is een keten van fouten achter elkaar zogenaamd domino-effect:

1. Achtergrond.
2. Menselijk falen.
3. Onveilige situaties en/of handelen.
4. Ongeval.
5. Letsel en/of schade.

Om geen letsel te krijgen moeten we, de punten 1 t/m 4 wegnemen.

80% komt door de mens

Slide 5 - Slide

Gevaarlijke stoffen

Slide 6 - Slide

4 soorten gevaren:
  • Vergiftigingsgevaar
  • Brand- en explosiegevaar
  • Bijtend gevaar
  •  Verstikkingsgevaar

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

VCA hoofdstuk 4: Brand
Aan het einde van de les weet je:
- Waarom/ hoe iets brand.
- Hoe moet je handelen?.
- Blusmiddelen waarvoor gebruik je welke?

Slide 9 - Slide

Wat is brand?
Reactie van een brandbare stof met zuurstof
Drie factoren:
Een brandbare stof, zuurstof  en ontstekingsenergie

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Brand blussen
Door één van de factoren uit de branddriehoek weg te nemen

Slide 12 - Slide


A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Mind map

Zelfontbrandingstemperatuur
temperatuur waarbij de stof ontbrandt, zonder dat er een vonk of vlam aan te pas komt

Slide 15 - Slide

Vlampunt/ ontvlamming tempratuur
  • Vloeistof kan niet van zichtzelf ontbranden
  • Vloeistof kan wel verdampen waardoor er een brandbare damp ontstaat.
  • De hoeveelheid vloeistof er verdampt is afhankelijk van de temperatuur
  • Het vlampunt is de temperatuur waarbij er genoeg damp ontstaat om met de lucht een brandbaar mengsel te vormen
  • Brandbare vloeistoffen zijn onderverdeeld in 4 klassen:
Klasse 0 = Zeer licht ontvlambaar.
Klasse 1 = licht ontvlambaar.
Klasse 2 = ontvlambaar.
Klasse 3 = brandbaar.



Slide 16 - Slide

Rook
- Waar rook is is vuur
- Rook bestaat uit verbrandingsgassen, fijn stof, zoals roet en as
- Is lichter dan lucht
- kan giftig en schadelijk zijn
- Maakt de meeste slachtoffers door inademing
- beperk zicht bij afsluiting ruimtes

Slide 17 - Slide


A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Soorten branden

Slide 20 - Slide


A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C

Slide 21 - Quiz

Wat te doen bij een Accu (Litium batterij) van een Fatbike die in de brand staat?
A
Niets
B
Brandweer bellen
C
Kerstboom erop
D
In bak met water gooien

Slide 22 - Quiz

Brand vierhoek


Deze afbeelding noemen we een brand vierhoek.






Om sommige stoffen te laten branden is er soms een juiste mengverhouding nodig.

Slide 23 - Slide

Katalysatoren (brand vijfhoek)
Door een extra stof toe te voegen kan een niet brandbare stof branden

Positieve katalysatoren 
bevorderen de reactiesnelheid waardoor een brand aanwakkert.

Negatieve katalysatoren 
vertragen de reactiesnelheid waardoor een brand vertraagt

Slide 24 - Slide

Wat te doen bij brand?
  • Denk eerst aan je eigen veiligheid.
  • Waarschuw hulpdiensten 112 of intern alarmnummer.
  • Volg instructie op van Brandweer en/of BHV er.
  • Sluit ramen en deuren en brengt mensen in veiligheid.
  • Ga niet naar huis, maar naar een eventuele verzamelplaats.
  • Meld je af.

Slide 25 - Slide

Eigenschappen van Blusmiddelen
Water: heeft een afkoelend vermogen
Stoom: van water heeft een zuurstofverdringende werking
Zand: sluit zuurstoftoevoer af
Bluspoeder: remt de verbrandingsreactie tussen de brandbare stof en de zuurstof af
Kooldioxide: verdringt de zuurstof en heeft een beperkt afkoelend vermogen

Slide 26 - Slide

Nadelen en gevaren van blusmiddelen:

Water:
 - veroorzaakt waterschade
- is elektrisch geleidend
- is gevoelig voor bevriezing
- milieuschade
- heftige reactie > Chemische stoffen steekvlam
Schuim:
- veroorzaakt beperkte schade
- is gevoelig voor bevriezing
- kan elektrisch geleidend zijn

Zand:
- Koekt aan
- alleen geschikt voor kleine brandjes
Bluspoeder:
- beperkt afkoelend
- vermindert het zicht
- veroorzaakt schade
- is vervuilend
Kooldioxide:
- Kan vrieswonden veroorzaken
- Kan verstikkend werken
Blusdeken:
- Je moet dicht bij de brandhaard komen
- gevaar door het niet goed toepassen



Slide 27 - Slide

Welke blusmiddelen hebben we hier op school?

Wat kunnen we er mee blussen?

Slide 28 - Slide


A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C

Slide 29 - Quiz


A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C

Slide 30 - Quiz

Explosies
Definitie:
Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende drukgolf

Slide 31 - Slide

Explosiesgrenzen en gebied
Explosie ontstaat als een brandbare stof en zuurstof op de juiste ontstekingstemperatuur zijn aangebracht.

De verhouding van deze twee stoffen moeten binnen een bepaalde grens liggen >> Explosiegrenzen 

Slide 32 - Slide

Explosiesgrenzen en -gebied
LEL=Lower Explosion Limit = onderste explosiegrens
laagste concentratie van een explosieve stof

UEL=Upper Explosion Limit = bovenste explosiegrens
hoogste concentratie van een explosieve stof

Explosiegebied= het gebied tussen de onderste- en bovenste explosiegrens
Alleen in het explosie gebied is een explosie mogelijk

Slide 33 - Slide

Explosiesgrenzen en -gebied
LEL=Lower Explosion Limit = onderste explosiegrens
laagste concentratie van een explosieve stof

UEL=Upper Explosion Limit = bovenste explosiegrens
hoogste concentratie van een explosieve stof

Explosiegebied= het gebied tussen de onderste- en bovenste explosiegrens
Alleen in het explosie gebied is een explosie mogelijk

Slide 34 - Slide


A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C

Slide 35 - Quiz

Gascilinders
  1. Witte schouder >> gevaar >> zuurstof
  2.  zwarte schouder >> verstikking >> stikstof
  3. grijze schouder >> bewusteloosheid ademstilstand >> koolstofdioxide
  4.  Licht groene schouder >> oog en gehoorbeschadiging >> lucht
  5. kastanjebruine schouder >> gas >> acetyleen

Slide 36 - Slide

Evaluatie
- Brand driehoek/ vierhoek/ 5 hoek
- Brandblussen ?
- Zelfontbrandingstempratuur
- vlampunt/ Brandklassen
- Rook
- Categorieën  branden blusmiddelen
A: Vaste stof     B: Brand van vloeistoffen  C: Brand gassen  D: Brand Metalen F: brand Vetten
- katalysatoren Positief en negatief.
- Voordelen en nadelen blusmiddelen.
- Explosiegrenzen: LEL UEL
- Gasflessen

Slide 37 - Slide

Inlog:
https://vcatoets.elearn-academie.nl

Gebruikersnaam: arifgul Wachtwoord: @Arifgul368
Gebruikersnaam: marlciello Wachtwoord: @Croes357
Gebruikersnaam: saban Wachtwoord: @Siampanoglu759
Gebruikersnaam: fanus Wachtwoord: @Fanus465
Gebruikersnaam: kumar  Wachtwoord: @Kumar642
Gebruikersnaam: lorenzo Wachtwoord: @Lorenzo424




Slide 38 - Slide