Naamwoordelijk gezegde
Stap 1: zoek alle werkwoorden in de zin
Stap 2: is het belangrijkste werkwoord (het ww achteraan) een koppelwerkwoord (zijn, worden of blijven)? Dan heb je een naamwoordelijk gezegde.
Stap 3: het naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee delen: alle werkwoorden en een naamwoord (dat iets zegt over het onderwerp). Alle werkwoorden zijn ng.
Je stelt de vraag: wat + ow + ww? Dan vind je het naamwoord. Ook dat is ng.