H12 en H13 Herhalingsles

Welkom
4 Havo BECO 2021-2022
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 Havo BECO 2021-2022

Slide 1 - Slide

Programma
  • lesson up quiz over de ondernemersvormen en marktaandeel.

Slide 2 - Slide

Doel
Herhalen H12 en H13 paragraaf 1 en 2

Slide 3 - Slide

Instructie
  • Pak je Ipad erbij
  • we maken de vragen in stilte voor ons zelf
  • Na het beantwoorden van de vragen bespreken we de uitkomsten

Slide 4 - Slide

Wie zijn de eigenaren van een BV en NV?
timer
1:00
A
Eigenaren
B
Oprichters
C
Aandeelhouders
D
De baas

Slide 5 - Quiz

Een eenmanszaak heeft geen personeel, het is niet voor niets een eenmanszaak.
timer
1:00
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat is het marktaandeel van Achmea.
Het marktaandeel van De friesland is €15.000 (5%).

timer
1:00

Slide 7 - Open question

Welke ondernemingsvorm heeft minimaal twee natuurlijke personen als eigenaar?
timer
1:00
A
Vof
B
Eenmanszaak
C
BV
D
NV

Slide 8 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van natuurlijke personen?
timer
1:00
A
Er is maar één eigenaar
B
Zij hebben te maken met aandelen
C
Ze zijn privé-aansprakelijk voor de schulden
D
Ze zijn niet privé-aansprakelijk voor de schulden

Slide 9 - Quiz

Wat is een voordeel van een eenmanszaak ten opzichte van een VOF.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Bij welke rechtsvorm(en) zijn de eigenaren hoofdelijk aansprakelijk?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 11 - Quiz

Wat is de Hoofdelijke aansprakelijkheid in een VOF?
timer
1:00
A
Eén vennoot is aansprakelijk voor de hele schuld
B
De baas is hoofdelijk aansprakelijk
C
Elke vennoot is voor de hele schuld aansprakelijk

Slide 12 - Quiz

Een van de ondernemersdoelstellingen is ‘continuïteit. Wat betekent continuïteit?
timer
1:00
A
Zorgen dat het bedrijf continu draait, dus dag en nacht.
B
Zorgen dat het bedrijf continu bemand is.
C
Zorgen dat het bedrijf kan voortbestaan.
D
Zorgen dat het bedrijf veel andere bedrijven opkoopt.

Slide 13 - Quiz

Een stichting heeft leden.
timer
1:00
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is onjuist over een stichting?
timer
1:00
A
Een stichting krijgt meestal donaties of subsidies.
B
Bestuurders van een stichting mogen niet zelf aan de stichting verdienen.
C
Voor het uitvoeren van taken voor een stichting kan een stichting wel mensen in dienst nemen.
D
Een stichting word bestuurd door aandeelhouders.

Slide 15 - Quiz

Doelen Behaald?
Welke nieuwe dingen heb je geleerd over Ho 12 en Ho 13 paragraaf 1 en 2?

Slide 16 - Slide