H3 MEMO les 4 - 3.1 afronden en start 3.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Programma

Leerdoelen 

Huiswerk vragen bespreken

Zelf vragen nakijken en via chat vragen stellen over 3.1

3.2 Intro bespreken en opdrachten maken

Wat heb je geleerd?

 Huiswerk

Pak je huiswerk en je boek erbij, Paragraaf 3.1, blz. 111

Leerdoelen

• een beschrijving geven van de standensamenleving in het ancien régime.
• uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was.
•  met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over goed bestuur.

Vraag 7: Wat past NIET bij de traditionele (oude) manier van denken?

1. Alles staat ter discussie
2. Gehoorzamen aan koning en kerk
3. Vertrouwen op traditie
4. De wereld is niet te verbeteren

Vraag 10: Welke gedachte hoort NIET bij de verlichte denkers?

1. Privileges passen niet bij een moderne maatschappij
2. Censuur is belangrijk
3. Vrijheid is het recht van iedereen
4. Het Ancien Regime is geen rechtvaardig bestuur

Vraag 11a: noteer je antwoord.
Doe het zo:
1) op welke blz. staat info over Rousseau? Lees dat stukje.
2) Wie moest volgens Rousseau regeren?
3) Hoe noem je zo'n bestuur?
4) Waar zie je tegenwoordig zo'n bestuur?

Vraag 11b noteer je antwoord.
Doe het zo:
1) op welke blz. staat info overMontesquieu? Lees dat stukje.
2) Wie moest volgens Montesquieu welke bestuurstaken uitvoeren?
4) Hoe heet het idee van Montequieu?
3) Wat is er anders dan bij Rousseau?

Beantwoord vraag 12.
Doe het zo:
1) Waar vind je de definite van 'publiek debat'?
2) Wie bepaalt bij absolutisme?
3) Waarom waren tegenstanders van het absolutisme blij met het publiek debat?

15 minuten:

Zelf vragen nakijken en via chat vragen stellen over 3.1

• Kijk op nu memomax je vragen na.
  
  
• Blijf aanwezig op Teams.
  
  
• Gebruik het handje voor je vragen.
  
  
• KLAAR?: Lees intro blz. 117.
  De bron bekijken en opdrachten 1 en 2 maken

Maak vraag 1, blz. 117
Wat wordt bedoeld met een 'symbolische prent?

1. De tekenaar probeerde met zijn tekening de boeren aan te zetten tot vernielingen.
2. Het vernielen van spullen van edelen en geestelijken moet je niet letterlijk nemen.
3. In werkelijkheid was het andersom: adel en geestelijkheid vernielden spullen van boeren.
4. Met deze tekening probeert de tekenaar precies af te beelden wat hij heeft gezien.

Bestudeer bron 1, blz. 117
Waar is de bron gemaakt?
Wanneer is de bron gemaakt?
Wie heeft de bron gemaakt?
Wat is het voor bron (leg uit)?

Beantwoord vraag 2B, blz. 117
Doe het zo:
1) Wat voor soort vraag is het?
2)Bedenk wat er in de bron van de orientatie gebeurt.
3) Bedenk wat er in bron 1 op blz. 117 gebeurt3

huiswerk

* Kijk het filmpje over de Franse revolutie (link op  magister huiswerk).

* Maak de kijkvragen en stuur die op.

De avond voor de les! (kijkvragen in de bijlage bij het huiswerk op magister).

.