This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
6. Meters
Slide 1 - Slide
Planning vandaag
Meters gebruiken
Informatie over practicum
Tijd voor huiswerk
Slide 2 - Slide
Bespreken huiswerk les 4 & 5
Bespreken huiswerk les 4 & 5
(gemaakte schakelschema's bekijken)
Slide 3 - Slide
Vorige week
Hoe heet dit?
Wat waren de regels voor het tekenen?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Spanning- herhaling
Spanning: Hoe graag de elektronen door een schakeling willen. (zegt ook wat over de hoeveelheid energie die de elektronen meekrijgen van de spanningsbron
Slide 6 - Slide
Voltmeter
Slide 7 - Slide
Stroomsterkte
Slide 8 - Slide
Stroomsterkte omrekenen
Slide 9 - Slide
Uitwerking opdracht
Slide 10 - Slide
Ampèremeter
Slide 11 - Slide
Oefenopdracht 1
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Meters aflezen
Meters gebruiken (moet je kunnen bij het practicum)
stap 1: Sluit één snoertje aan bij de zwarte aansluiting
stap 2: Sluit het tweede snoertje aan bij de grootste uitgang (rechter)
stap 3: kijk naar de wijzer
stap 4a: Wijzer de verkeerde kant op? Snoertjes omwisselen
stap 4b: Wijzer beweegt maar een heel klein beetje? Kies een rode aansluiting die kleiner is.
stap 5: Lees de meter af door naar de juiste cijfers te kijken.
Slide 15 - Slide
Meter aflezen
Het getal dat op de gebruikte rode aansluiting staat is het laatste getal van de wijzerplaat die je moet gebruiken.
In dit voorbeeld
- Dit is een voltmeter (spanningsmeter) (V)
- Je gebruikt de rode 2V aansluiting
- Je kijkt dus naar de bovenste wijzerplaat (bovenste rij getallen)
- De wijzer staat dan op de 0,5
Dus deze meter geeft aan:
spanning = 0,5 V
Slide 16 - Slide
Meter aflezen
Slide 17 - Slide
Wat zijn de waarden op deze meters?
3,7 A
20 mA = 0,02 A
17,5 V
Slide 18 - Slide
Informatie practica
Er zijn 2 practica voor een cijfer.
Eerst steeds een oefenpracticum (totaal dus 4)
In groepjes van 2 of 3
1e practicum zelf groepjes maken, daarna random door SOM
Je kan hulp vragen voor het bouwen
Je kan geen hulp vragen voor de invulvragen
Als ik je heb geholpen bij het bouwen kost dit je 0,3 of 0,5 punt op je eindcijfer. (geen schakeling is altijd slechter dan hulp vragen)
Niet treuzelen, kom op tijd
Samenwerken met andere groepjes = cijfer 1
Slide 19 - Slide
Samenvattend - Meters
Slide 20 - Slide
Meter aflezen
Het getal dat op de gebruikte rode aansluiting staat is het laatste getal van de wijzerplaat die je moet gebruiken.
In dit voorbeeld
- Dit is een voltmeter (spanningsmeter) (V)
- Je gebruikt de rode 2V aansluiting
- Je kijkt dus naar de bovenste wijzerplaat (bovenste rij getallen)
- De wijzer staat dan op de 0,5
Dus deze meter geeft aan:
spanning = 0,5 V
Slide 21 - Slide
Voordat je begint- NAKIJKEN!
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Dit gaat om les 4&5 de antwoorden zijn nu verschenen op dia's achter de opgaven
Slide 22 - Slide
Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Open question
Opdracht 6.2. Wat is de waarde die deze meter aangeeft?
A
spanning = 10 V
B
spanning = 20 V
C
spanning = 1 V
D
spanning = 2 V
Slide 25 - Quiz
Opdracht 6.3. Wat is de waarde die deze meter aangeeft? (Inclusief eenheid)
Slide 26 - Open question
Opdracht 6.4. Wat is de waarde die deze meter aangeeft? (Inclusief eenheid)
Slide 27 - Open question
Opdracht 6.5 kies uit: serie/parallel
Hoe moet je een ampèremeter aansluiten?
A
serie
B
parallel
Slide 28 - Quiz
Opdracht 6.6. In huis kun je alle apparaten apart in- en uitschakelen; ze zijn dus ... geschakeld
A
in serie
B
parallel
Slide 29 - Quiz
Opdracht 6.7 Bekijk de afbeelding hiernaast.
Staat de ampèremeter correct aangesloten? Zo ja, wat meet hij dan?
A
Ja, het meet de totale stroomsterkte
B
Ja, de stroomsterkte van het bovenste lampje wordt gemeten
C
Ja, de stroomsterkte van het onderste lampje wordt gemeten
D
Nee, hij staat verkeerd aangesloten
Slide 30 - Quiz
Opdracht 6.8 Bekijk de afbeelding hiernaast. Staat de voltmeter correct aangesloten? Geef ook de juiste reden waarom.
A
Ja, zo meet je spanning.
B
Nee, de voltmeter en het lampje moeten worden omgedraaid
C
Nee, de voltmeter moet in serie
D
Nee, de voltmeter moet parallel worden aangsloten
Slide 31 - Quiz
Antwoorden
6.1a. Dat de maximale stroomsterkte die het lampje aankan 0,6 Ampère is.