2 hv H1-6 lezen herhaling 2

2 hv H1-6 Lezen - herhaling 2
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2 hv H1-6 Lezen - herhaling 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In deze LessonUp
  • herhaal je de belangrijkste theorie van hoofdstuk 4, 5 en 6.
  • oefen je met de leerstof van alle paragrafen Lezen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


H4: feit, mening en argument
feit: iets wat je kunt controleren. Het is waar of niet waar.

mening: geeft aan wat iemand van iets vindt.

argument: als je uitlegt waarom je iets vindt. Signaalwoorden: want, omdat, daarom en namelijk.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Chocoladetaarten vind ik het lekkerst van allemaal!
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Dat komt omdat ik erg dol ben op chocolade!
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


In deze chocoladetaart zit maar weinig suiker.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Merijn leest nooit in de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Jort had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Den Haag moet volgens Ali de hoofdstad van Nederland worden.
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Aan welk signaalwoord zie je dat het een mening is? "Den Haag moet volgens Ali de hoofdstad van Nederland worden."

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

H5 Kritisch lezen
Is een tekst betrouwbaar of niet?
Bekijk de video op de volgende slide en noteer voor jezelf of het bericht waar is of niet.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Hoeveel berichten ontmaskerd?
  1. Langslaper: waar
  2. ABC-news: niet waar
  3. Criminelen betaald: waar
  4. Rookverbod dierenbezitters: niet waar
  5. Gans door voorruit: waar

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Geloof jij altijd alles wat je leest op internet?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Bekijk de twee krantenkoppen over hetzelfde nieuws.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt?

Slide 18 - Open question

Kop a neemt het dorp als uitgangspunt en bij kop b staan de stadsbewoners centraal. 

Ook goed: kop a bevat een waarschuwing en kop b geeft een feit weer. 
H6 tekst en publiek
Een tekst heeft een doel, bijvoorbeeld informeren of activeren. 

Om het doel van een tekst te bereiken, moet de schrijver rekening  houden met zijn publiek.

Aan het onderwerp, de bron, het taalgebruik en de lay-out kun je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
advertentie
C
reclametekst
D
recept

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt het publiek aangesproken?
A
met 'je'
B
met 'u'

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


Voor wie is deze tekst geschreven?
A
Voor jongeren
B
Voor volwassenen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Wat wil de schrijver van deze tekst?
A
Informatie geven over gebruik van de pinpas
B
Raad geven hoe je met een pinpas omgaat
C
Zorgen dat je de pinpas vaker gaat gebruiken

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zie je aan de lay-out dat deze tekst voor jongeren bedoeld is?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Ik ben helemaal klaar voor de toets!
A
Ja!!!!
B
Bijna
C
Zeker niet
D
Welke toets?

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Toetsweek
Je krijgt een leestoets.
Leer alle theorie van paragraaf 
Lezen hoofdstuk 4, 5 en 6

Slide 27 - Slide

This item has no instructions