3.6 - Het kleurenspectrum

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom

Pak je laptop en boek maar laat hem dicht!

We beginnen om 14.35 u met de les. Zorg dat je dan je jas uit hebt, je laptop, boek en pen voor je hebt liggen.

3.6 - Het kleurenspectrum

Plan van deze les

Check-in

Herhqaling H3.5

Uitleg over 3.6

Zelfstandig aan de slag

Onthoud

• De onderdelen van het oog zijn: hoornvlies, pupil, iris, ooglens, glasachtig lichaam, netvlies, oogzenuw.

• De pupil regelt hoeveel licht in je oog komt.

• De ooglens is bol als je dichtbij kijkt.

• De ooglens is plat als je ver weg kijkt.

• Accommoderen is het boller of platter worden van de ooglens.

• Bijziend: het beeld valt voor het netvlies. De ooglens is te bol.

• Een bril met negatieve lenzen en negatieve contactlenzen geven een goed beeld op het netvlies.

• Verziend: het beeld valt achter het netvlies. De ooglens is te plat.

• Een bril met positieve lenzen en positieve contactlenzen geven een goed beeld op het netvlies.

Leerdoel 

1. Je kunt uitleggen uit welke kleuren wit licht bestaat.
   
2. Je kunt uitleggen welke kleuren licht je wel en niet kunt zien.
   
3. Je kunt uitleggen waarom je bepaalde kleuren ziet.
   
4. Je kunt uitleggen voorbeelden van zichtbaar en onzichtbaar licht.

Kleurenspectrum

wit bestaat uit:

rood

oranje

geel

groen

blauw

paars

Kleuren(licht) mengen

anders dan bij verf....

blauw+ Rood=magenta

rood +groen = geel 

blauw + groen = cyaan

Spectrum

licht is eigenlijk straling die technisch door onze ogen waarneembaar is

Onzichtbaar licht

Onzichtbaar licht

Oefenopdracht

Nodig: pen en papier

Noteer wat er op de streep moet staan

Marieke draagt een zwart T-shirt. Ze zit op een terras.

Wat gebeurt er met het zonlicht dat op het zwarte T-shirt valt?

Alle kleuren worden door haar zwarte T-shirt ____________

Oefenopdracht

Geef antwoord op de volgende vragen:

a. Welke kleur hebben deze tulpen?

b. Welke kleur licht kaatsen deze tulpen terug?

c. Welke kleuren licht absorberen deze tulpen?

Oefenopdracht

Op een witte muur valt het licht van de zon.

Hoe komt het dat je de muur wit ziet?

A. Alle kleuren uit het zonlicht worden geabsorbeerd

B. Alle kleuren uit het zonlicht worden teruggekaatst

C. Alle witte kleur uit het zonlicht wordt geabsorbeerd

https:

Zelfstandig maken

Vragen van 3.6 - online

1,2,3,4,5,6 + 11,12,13,15

Onthoud

• Wit licht bestaat uit de kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw en violet.

• Deze reeks kleuren is het spectrum van wit licht.

• Gekleurde voorwerpen kaatsen alleen hun eigen kleur licht terug.

• Gekleurde voorwerpen absorberen alle kleuren behalve hun eigen kleur.

• Witte voorwerpen kaatsen alle kleuren licht terug.

• Zwarte voorwerpen kaatsen geen licht terug. Zij absorberen al het licht.

• Infrarode straling is warmtestraling.

• Ir-straling wordt gebruikt bij: afstandsbediening, nachtkijker, buitenlamp met infraroodsensor.

• Uv-straling wordt gebruikt bij: controle van briefgeld, de zonnebank, het drogen van nagellak.

• Mensen kunnen ir-straling en uv-straling niet zien.

• Van uv-straling verkleurt je huid.

• Te veel uv-straling kan huidkanker veroorzaken.

Huiswerk

Leren voor de toets