Les 2 - V4sptl1 - Texto tarta de queso

Bienvenidos V4
Objetivo: 
Saber qué postres hay en España y aprender 
la estrategia básica de textos
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansWOStudiejaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenidos V4
Objetivo: 
Saber qué postres hay en España y aprender 
la estrategia básica de textos

Slide 1 - Slide

¿Qué no hemos hecho en la clase anterior ?
A
hemos jugado al bingo
B
hemos hablado sobre las reglas
C
Hemos conocido algunas fiestas españolas
D
Hemos repasado el perfecto

Slide 2 - Quiz

Hoy en clase
  • Los deberes para la clase de hoy
  • Conocimiento general
  • Estrategia básica
  • Hacer texto 2
  • Evaluación
  • La preparación para el jueves

Slide 3 - Slide

Los deberes para hoy

Slide 4 - Slide

El presente
Explica en 1 minuto a tu compañero/a de clase como se forma el presente regular

Explica en 3 minutos los tres grupos de verbos irregulares y su forma
timer
1:00
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Repasar vocabulario
Overhoor de woorden die je voor vandaag moest leren. Om de beurt
Spaans - Nederlands
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Una explicación sobre las clases

Una hora: hacer textos y conocer el mundo latino
dos horas: preparar presentación y conocer la gramática española

Slide 7 - Slide

Escribe 3 postres/pasteles que conoces de España o Latinoamérica
timer
1:00

Slide 8 - Open question

Fragmento auditivo
Vas a ver una selección de postres españoles y después escribes en tu cuaderno de español:

Escribe 1 postre que ya conoces.
Escribe 1 postre que no conoces.
Escribe 1 postre que te gusta comer.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat doe je altijd voordat je een tekst gaat lezen? Bespreek met je klasgenoot.
timer
0:30

Slide 11 - Open question

Estrategia básica de textos
  1. Bekijk de plaatjes, lees en vertaal de titel.
  2. Lees de inleiding en vertaal deze of vat deze samen.
  3. Nu weet je waar de tekst over gaat.
  4. Lees de eerste vraag, maar kijk niet naar de antwoorden.
  5. Lees het stuk tekst waar de vraag naar verwijst.
  6. Markeer in de tekst waar het antwoord staat
  7. Formuleer je eigen antwoord (schrijf ook op)
  8. Vergelijk jouw antwoord met a,b,c of d. Welke lijkt het meest op jouw antwoord?


Slide 12 - Slide

Hacer texto 2 pág 37 en silencio
usamos = . . . 
similar = . . . denk aan het Engels
antigua/o = denk aan het Nederlands
hoy en día = ...
así
tarde = laat
llevar = meenemen
ahora = nu

timer
6:00
Schrijf deze woorden in je schrift met de betekenis erachter. 

Maak in de lessen een woordenlijst leesvaardigheid
Quizlet of wrts
propio (-a) = eigen
claro = natuurlijk
ya = al
ya no = niet meer

Slide 13 - Slide

timer
0:20
¿Puedes decir 3 postres españoles a tu compañero/a de clase?

Slide 14 - Mind map

Los deberes para el miércoles
Estudiar = leren
vocabulario p. 51 & 52 (localización): esp-hol y hol-esp
todo del perfecto (forma, uso y marcadores) (zie link en bijlage)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide