1920hv2grandeslignes ch 1 les 2

Grandes Lignes 2 hv chapitre 1 les 2
Salut, ca va?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grandes Lignes 2 hv chapitre 1 les 2
Salut, ca va?

Slide 1 - Slide

Prenez vos livres
et vos chromebooks!

Slide 2 - Slide

Prenez vos livres
et vos chromebooks!

Slide 3 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • -overhoren voca A- woordenschat
  • - nakijken huiswerk
  • - bron A : vie de rêve - leesvaardigheid
  • - le verbe avoir (hebben)


Slide 4 - Slide

Test voca A blz 40 wb
Er zijn drie onderdelen bij ieder blok woorden.
français --> néerlandais
néerlandais --> français
zinnen  néerlandais <--> français

Slide 5 - Slide

vrouwelijke woorden

Mannelijke woorden
copain
copine
plage
vie
ami
amie
ville
quartier

Slide 6 - Drag question

Vertaal de zin :
Ja, wij wonen in dezelfde straat.

Slide 7 - Open question

Vertaal de volgende zin:
Wie is je beste vriend?

Slide 8 - Open question

Vertaal de volgende vraag:
Wie is je beste vriendin?

Slide 9 - Open question

Wat is geen werkwoord?
A
déménager
B
maintenant
C
faire de la plongée
D
montrer

Slide 10 - Quiz

Wat is de vertaling van:
jouer à la console?

Slide 11 - Open question

Wat is de betekenis van : avec?
A
naar
B
met
C
zonder
D
van

Slide 12 - Quiz

Hoe heb je deze woorden en zinnen geleerd en hoelang ben je er mee bezig geweest?

Slide 13 - Open question

Nakijken opdracht 1 t/m 3
  1. neem het schrift van je buurman/buurvrouw
  2. Kijk goed naar de antwoorden op het bord.
  3. Verbeter antwoorden en vul lege plekken aan
  4. Als je er niet uitkomt, steek dan je vinger op voor hulp
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Exercice 1a
1 In (Noord-)Amerika.
2 B, F & H

Exercice 1b Voorbeeldantwoord(en)
1 De Caribische Zee.
2 Nee. Martinique hoort officieel bij Frankrijk. Daarom kun je er met de euro betalen.
3 In het Frans.
4 Paradijselijke stranden.


-

Exercice 2a
aimer - copain - amoureux - ami - copine

Exercice 2b
toujours ensemble altijd samen

Exercice 2c
B, D, E, F, H & I.

Exercice 3a
1 C’est l’heure?
2 Je peux aller aux toilettes?
3 Je peux aller chercher mes affaires?
4 Je peux ouvrir une fenêtre?
5 Je peux poser une question?


Slide 15 - Slide

Texte A Vie de rêve     (8)
Bij een tekst kun je al veel informatie halen uit de volgende onderdelen : 
  1. le titre 
  2. l'introduction 
  3. les images

Kijk in je tekstboek op blz 8 of je alle onderdelen kunt vinden.

Slide 16 - Slide

Vie de rêve
  1. Waar woont Adrien?
  2. Waar woont Simon?
  3. Op welke manier spreken zij af?
  4. Bekijk de plaatjes, wat gaat Adrien na het gesprek doen?
Doe nu je tekstboek dicht (Ferme le livre) en open je werkboek op blz 7. We gaan luisteren (écouter) naar de tekst. 
M: opdracht 4b,c,d

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat is de betekenis van :avoir?
A
zijn
B
hebben
C
gaan
D
maken

Slide 19 - Quiz

Wat is de betekenis van : nous
A
wij
B
ik
C
jullie
D
zij

Slide 20 - Quiz

Aantekeningenschrift
Chapitre 1. Aantekening 1 avoir (hebben)
J'ai --> Ik heb
Tu as --> jij hebt
Il/Elle/On a --> hij,zij, men heeft
Nous avons - Wij hebben
Vous avez - u heeft, jullie hebben
ils ont /elles ont - zij hebben

Slide 21 - Slide

Les devoirs
L : avoir
herhalen : voca A 
M : opdracht 6 en 7 wb blz 8/9

Slide 22 - Slide

aimer - copain - amoureux - ami - copine
toujours ensemble altijd samen  
Exercice 2c
B, D, E, F, H & I.
Exercice 3a
1 C’est l’heure?
2 Je peux aller aux toilettes?
3 Je peux aller chercher mes affaires?
4 Je peux ouvrir une fenêtre?
5 Je peux poser une question?

Exercice 4a
1 In Martinique.
2 In Orléans, in Frankrijk.
3 Via Skype.
4 Hij gaat naar het strand.

Slide 23 - Slide