H1 De eerste wereld oorlog § 1.3 Revolutie in Rusland

H.1 De Eerste Wereldoorlog
§ 1.3 Revolutie in Rusland
1 / 49
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H.1 De Eerste Wereldoorlog
§ 1.3 Revolutie in Rusland

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesprogramma deze les:

  1. Paragraaf lezen 
  2. Uitleg: § 1.3 Revolutie in Rusland.
  3. Aan de slag
  4. Nakijken
  5. Huiswerk
  6. Afsluiting

Slide 3 - Slide

Lees aandachtig
timer
15:00
Hier komt de uitleg....!
  1. Paragraaf 1.3
  2. Schrijf de leerdoelen op
  3. Schrijf de begrippen + definities op.
  4. Lees de paragraaf aandachtig en schrijf alle woorden op die je niet kent.

Slide 4 - Slide

Vragen?
Vragen?
Vragen?
Vragen?

Slide 5 - Slide

Na deze les weet je: 1
Na deze les begrijp je: 2 & 3

Lesdoel 1: Je weet wat kenmerken waren van het Russische rijk.
Lesdoel 3:  Je begrijpt hoe de USSR ontstond.
Lesdoel 2:  Je begrijpt hoe Rusland een republiek werd.

Slide 6 - Slide

Wat weet je nu van de Russische revolutie?

Slide 7 - Mind map

Rusland voor de Revolutie (1)
  • Keizerrijk (Russische keizer is een tsaar).
  • Bondgenoot van Engeland en Frankrijk vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog (tot 1917).
  • Een agrarische samenleving die nog   nauwelijks geïndustrialiseerd is.
De Romanov familie was al sinds 1721 aan de macht in het Tsarenrijk Rusland.

Slide 8 - Slide

Rusland voor de Revolutie (2)
  1. Rusland is een veelvolkerenstaat.
  2. Veel verschil tussen rijk en arm.
  3. Politieke onderdrukking, iedereen is bang voor de geheime dienst.

Slide 9 - Slide

Rusland voor de Revolutie (3)

1914 brak WO I uit, die verliep dramatisch voor Rusland.

Mensen hadden honger en waren ontevreden.

Slide 10 - Slide







Romanovs (1613 - 1917)

Slide 11 - Slide

prins Aleksej

Heeft: Hemofilie 

Slide 12 - Slide



Raspoetin
1869 - 1916

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Karl Marx

Trier, 5 mei 1818 – Londen, 14 maart 1883.

Slide 15 - Slide

Wat is communisme? (1)
  • Arbeiders aan de macht

  • Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders

  • Omdat 'rijken' en fabrikanten dit niet zomaar zullen laten gebeuren zal er een revolutie van arbeiders komen, mét geweld.

Slide 16 - Slide

Wat is communisme? (2)
  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)
  • Mensen hebben evenveel bezit.
  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 


Slide 17 - Slide

Karl Marx 
  • Karl Marx schreef zijn ideeën op in Het Communistisch Manifest en later in Das Kapital

  • Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier

  • Op zijn graf in Londen staat: "Arbeiders aller landen verenigt U"

Slide 18 - Slide

Socialisme
Er zijn twee soorten socialisme:
1. Gematigd; sociaal-democraten
Zij wilden via de politiek veranderingen doorvoeren.

2. Radicaal; communisten
Zij wilden dmv revolutie hun doel bereiken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Bloedige Zondag 1905

De Russische bevolking protesteert én steunt de tsaar.
Uit paniek op het volk geschoten.
Gevolg: ontstaan Doema (volksvertegenwoordiging)

Slide 22 - Slide

Weinig verandering in bestuur
Er kwam een parlement: De Doema
Doema mocht: wetten goed- en afkeuren
Maar: Tsaar mocht de Doema naar huis sturen
In praktijk dus weinig macht.

Slide 23 - Slide

Rusland in de Eerst Wereldoorlog


  • Veel boeren moeten het leger in gevolg: daling voedselproductie -> hongersnood
  • Grote verliezen aan het front.
  • Tsaar: Treedt hard op tegen eigen bevolking en geen goede legerleider -> het volk komt   in opstand

Slide 24 - Slide


Russische krijgsgevangen


Het Russische leger is groot, maar zwak en slecht uitgerust.
Soms hebben soldaten niet eens een wapen.

Slide 25 - Slide



Russische Revolutie
1917



Slide 26 - Slide

Oorzaken
  • Volk heeft het slecht: gebrek aan alles

  • Verlies Russisch-Japanse oorlog (1904-1905)

  • Bloedig neerslaan van opstand   (1905): Bloedige zondag

  • Grote verliezen in de Eerste   Wereldoorlog

Slide 27 - Slide

Februarirevolutie  Februari 1917

  • Voedselrellen en stakingen
  • Demonstraties tegen de tsaar (opgezet vanuit sovjets)
  • Er komt een voorlopige regering 
  • Tsaar treedt af en wordt gearresteerd

Slide 28 - Slide

Lenin 
Leider van de bolsjewieken (communistisch). Duitsland(!) helpt Lenin, Rusland binnen te smokkelen (april 1917)

Slide 29 - Slide

Trotski
Stalin

Slide 30 - Slide

Aprilstellingen van Lenin april 1917









  • Alle grond aan de boeren
  • Alle macht aan de sovjets (plaatselijk raad)
  • Alle fabrieken aan de arbeiders
  • Vrede met Duitsland

Slide 31 - Slide

Oktober 1917
  • Onrust in Rusland blijft

  • Communisten o.l.v. Lenin grijpen de   macht en de voorlopige regering wordt   afgezet

  • De Tsaar en zijn familie worden vermoord (juli 1918)

Slide 32 - Slide

Vrede van Brest-Litovsk 1918






Het communistische Rusland (later: Sovjet-Unie) sluit vrede met Duitsland
en laat zijn oude bondgenoten, Engeland en Frankrijk, in de steek.

Slide 33 - Slide

Hoe zag de Sovjet-Unie onder Lenin er uit?
  • Eén partij heeft de macht: de Communistische Partij.
    Dit heet ook wel: eenpartijstaat
  • Geheime politie (NKVD) rekent af met ‘vijanden’ van de Revolutie: Terreur
  • Alle productie gaat naar de staat.
  • Geen privé-bezit
  • Kerken gesloten, priesters opgepakt

Slide 34 - Slide

Burgeroorlog 1917-1921
Roden tegenover Witten oftewel communisten tegenover de tegenstanders van de revolutie.




Slide 35 - Slide

Burgeroorlog (1)
  • Oekraine
  • Russisch Polen
  • Baltische Staten (Es, Let, Lit)
  • Finland

 De Witten (tegenstanders van Lenin)
- Officieren trouw aan de tsaar
- Zonen van adel / bourgeouisie
- Boerengroeperingen
- Nationalisten, gesteund door Westen
  




Slide 36 - Slide

Burgeroorlog (2)
De Roden 
  • Arbeiders
  • Arme boeren

Het Rode Leger (onder dwang gevormd door Trotski)
1918: 430.000 man
1920: 5.300.000 man


1922: De Roden (communisten) winnen de burgeroorlog
-> Ontstaan van de Sovjet-Unie



Slide 37 - Slide

Oorlogscommunisme:
  • Boeren moeten gratis graan en vlees leveren
  • Fabrieken moeten staatseigendom worden
  • Arbeiders moeten inzetbare 'arbeidslegers' worden

Deze poging mislukt:
  • Veel van de landbouwgronden zijn al overgenomen door arme boeren (ook Roden)
  • Het verzet is groot (ophalers graan en vlees worden vermoord)

Gevolg:                      Tienduizenden onwillige boeren vermoord / naar strafkampen
                                     Het instorten van de (voedsel)productie, uitbreken van hongersnoden

Slide 38 - Slide



Russische Revolutie
1917
                               USSR
Unie van Socialistische Sovjet Republieken

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Lesprogramma deze les:

  1. Lesdoelen & begrippen
  2. Uitleg: § 1.3 Revolutie in Rusland.
  3. Aan de slag
  4. Nakijken
  5. Huiswerk
  6. Afsluiting

Slide 42 - Slide

LB  § 1.3
Lezen teksten
Paragraaf § 1.3 
WB § 1.3
Maken opdrachten:
1 t/m 7


timer
20:00

Slide 43 - Slide

Lesprogramma deze les:

  1. Lesdoelen & begrippen
  2. Uitleg: § 1.3 Revolutie in Rusland.
  3. Aan de slag
  4. Nakijken
  5. Huiswerk
  6. Afsluiting

Slide 44 - Slide

Nakijken 
LB § 1.3
Lezen teksten:
Paragraaf § 1.3
WB § 1.3
Maken opdrachten:
1 t/m 7

Slide 45 - Slide

Personen uit deze les:

  • Tsaar Nicolaas II
  • Raspoetin
  • Karl Marx 
  • Lenin
  • Trotski
  • Stalin

Slide 46 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 1905: Bloedige zondag
  • 1917: Russische Revolutie
  • 1917: Zimmerman-telegram
  • 1917: De VS verklaart de oorlog aan Duitsland.
  • 1918: Vrede van Brest-Litovsk
  • 1917 - 1921: Burgeroorlog.
  • 1922:  Communisten winnen de USSR   ontstaat.

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video

Klaar met 1.3
Zelfstudie  Lees aandachtig
  1. Paragraaf 2.2
  2. Schrijf de lesdoelen op
  3. Schrijf de begrippen + definities op.
  4. Lees de paragraaf aandachtig en schrijf alle woorden op die je niet kent.
  5. Maak de opdrachten van paragraaf 2.2

Slide 49 - Slide