De eerste stedelijke beschavingen

De eerste stedelijke beschavingen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

De eerste stedelijke beschavingen

Slide 1 - Slide

Inhoud
Aankomende periode
Politiek
Uitleg
Huiswerk

Slide 2 - Slide

Aankomende periode
Portfolio-opdracht: Betrouwbare bronnen
Portfolio-opdracht: Feiten en meningen
Portfolio-opdracht: Formatieve begrippentoets
Toetsweek 3: HOT

Slide 3 - Slide

Wat is politiek?

Slide 4 - Slide

Politiek
Alles wat te maken heeft met het besturen van een land/staat/gebied. 

Slide 5 - Slide

Farao
Vanwege de overstromingen van de Nijl moesten Egyptenaren samenwerken. Hiervoor was bestuur nodig dat taken verdeelde. Een bestuur maakt regels en controleert of iedereen zich daaraan houdt. 
In het begin waren dit dorpshoofden, later ontstonden twee rijken: Beneden-Egypte en Boven-Egypte. 
Vanaf 3100 v.Chr. kreeg één bestuurder de macht over beide gebieden: de farao.

Slide 6 - Slide

Macht
Farao's waren heel machtig. Zij maakten besluiten over de irrigatielandbouw, waren legeraanvoerder, hoogste priester en hoogste rechter. De Egyptenaren gehoorzaamden de farao en betaalden hem een deel van de oogst als belasting. Ze geloofden dat de farao na zijn dood opsteeg als een god en plaats kreeg tussen de sterren. Bij het bestuur hielpen ambtenaren. Zij waren belastinginners, rechters, soldaten en schrijvers die opdrachten van de farao uitvoerden. 

Slide 7 - Slide

Sociale lagen
De verschillen tussen arm en rijk waren heel groot in Egypte. Dit kwam door het bezit van land, vee en het hebben van een beroep. Er kwamen verschillende sociale lagen:
  1. Farao
  2. Hoge ambtenaren en priesters
  3. Geleerden, kunstenaars, bouwmeesters, etc.
  4. Arbeiders
  5. Slaven

Slide 8 - Slide

Bloei en verval
Duitzenden jaren lang waren de farao's de baas. Ze voerden vele oorlogen om het rijk uit te breiden. Er zijn vier belangrijke bloeiperiodes in de Egyptische geschiedenis. De tussenliggende periodes worden Tussentijd genoemd. Dan was er een mindere welvaart of onrust door misoogsten of overheersing door andere volkeren.

1550-1075 v.Chr. was het hoogtepunt. De farao's heersten toen over grote gebieden, ook buiten Egypte. De overwonnen volken moesten slaven en oorlogsbuit leveren aan de Egyptenaren In 332 v.Chr. werd Egypte ingenomen door de Griekse veroveraar Alexander de Grote. 

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Huiswerk
Hoofdstuk 5, paragraaf 1

Slide 10 - Slide