Les 1: Introductieles

Les 1: Introductie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 1: Introductie

Slide 1 - Slide

Vandaag: 
...haal je kennis op van het vorige jaar.
...inventariseer je wat je al weet van de periode 1945 tot nu door middel van een brainstorm.
...maak je kennis met het nieuwe hoofdstuk!

Slide 2 - Slide

Aankomend jaar: 
Essay Massacultuur  (12%)
Tentamen Massacultuur 1 (60 minuten, 8%)
Tentamen Massacultuur 2 (120 minuten, 15%)
Tentamen Massacultuur 3 (120 minuten, 15%)
Praktijk S1: proces 12,5% en product+presentatie 12,5% 
Praktijk S2: proces 12,5% en product+presentatie 12,5% 

Slide 3 - Slide

De grote 'WAT WEET IK VAN VORIG JAAR?' - pubquiz!

Deel 1

Slide 4 - Slide

Welke oorlog zorgde indirect voor het ontstaan van DADA?
A
WOI
B
WOII
C
Vietnamoorlog
D
De Koude oorlog

Slide 5 - Quiz

Welk schilderij hoort bij de Stijl?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Welke stroming had een eigen avant-gardistische school waarin kunstenaars lesgaven met de idealen van deze stroming?
A
Impressionisme
B
Duits Expressionisme
C
Bauhaus
D
Futurisme

Slide 7 - Quiz

Opdracht 1: 
Maak een woordweb met alles wat je nog weet van vorig jaar.
Schrijf het op in steekwoorden. 

Groepen van 4-6 personen.

Slide 8 - Slide

Opdracht 2: 
Wat weten jullie al van 1945 tot nu? 
Schrijf in groepen van 4-6 personen alles wat je weet op met betrekking tot: 
historische gebeurtenissen
sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
kunststromingen/stijlen
kunstenaars

Slide 9 - Slide

Invalshoeken voor reflectie
Je kan aangeven: 
1. met welke visies, doelen, middelen en inhouden de kunsten religieuze en/of levensbeschouwelijke uitgangspunten vertolken. 
2. welke ideeën over schoonheid in kunst en kunstwaardering een rol spelen.
3. welke invloed opdrachtgevers en politieke ideeën hebben op de rol en de inhoud van kunst op de positie van de kunstenaar..
4.  hoe vorm en inhoud bepaald worden door de vermaaksfuncties van kunst in relatie tot daarbij betrokken publiek. 
5. hoe kunst en wetenschap/techniek op elkaar inwerken.
6. hoe Westerse culturen en andere culturen elkaar wederzijds beïnvloeden.

Slide 10 - Slide

Wat moet je kunnen in A6?
Je kan: 
1. de belangrijkste termen en begrippen hanteren uit de kunstdisciplines beeldende vormgeving, dans, drama en muziek die voorwaardelijk zijn voor een adequate receptie en reflectie, en noodzakelijk voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur.

AKA: Je leert praten en schrijven over verschillende vormen van kunst en cultuur.

Slide 11 - Slide

Wat moet je kunnen in A6?
Je kan:
2. Informatie over kunst en cultuur herkennen, benoemen en toepassen om verbanden aan te geven.

AKA: je leert theorie uit een boek en uit de lessen en kan dit gebruiken in je examens doordat je informatie kan herkennen, kan benoemen en kan toepassen om daarmee belangrijke verbanden de beschrijven.

Slide 12 - Slide

Wat moet je kunnen in A6?
Je kan: 
3. bij het reflecteren bronnenmateriaal op een adequate wijze hanteren.

AKA: je bent in staat om voor jouw essays en posters betrouwbare  bronnen te vinden en ze correct te gebruiken. 
Daarnaast gebruik je de bronnen op de toets ook voor het beantwoorden van reflectievragen.

Slide 13 - Slide

Wat moet je kunnen in A6?
Je kan: 
4. overeenkomsten en verschillen noemen en beargumenteren met betrekking tot het beschouwingsapparaat bij de vier kunstidisciplines. 

AKA: je kan met behulp van de begrippen voor beschouwing verschillende kunstwerken/vormen met elkaar vergelijken (en je kan die vergelijking onderbouwen).

Slide 14 - Slide

Volgende les:
Lees en vat samen: 201 tot 205

Slide 15 - Slide