De evolutie van ICT: Vroeger en Nu

De evolutie van ICT: Vroeger en Nu
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De evolutie van ICT: Vroeger en Nu

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les zul je de evolutie van ICT begrijpen en de belangrijkste veranderingen tussen vroeger en nu kunnen benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de ontwikkeling van ICT?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is ICT?
ICT staat voor Informatie- en Communicatietechnologie. Het omvat alle technologieën die worden gebruikt om informatie te creëren, op te slaan, te verzenden en te gebruiken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vroeger: Technologische Ontwikkeling
In het verleden werden voornamelijk fysieke apparaten gebruikt, zoals typemachines en telefoons met draaischijven, om informatie te verwerken en te communiceren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vroeger: Beperkte Connectiviteit
Vroeger waren communicatiemogelijkheden beperkt. Mensen moesten brieven schrijven of persoonlijk communiceren voor informatie-uitwisseling.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Nu: Digitale Revolutie
Tegenwoordig is er een digitale revolutie gaande, waarbij informatie digitaal wordt opgeslagen, verwerkt en gedeeld via computers en internet.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Nu: Onbeperkte Connectiviteit
Met de opkomst van internet en mobiele technologie is de connectiviteit enorm toegenomen, waardoor mensen over de hele wereld direct met elkaar kunnen communiceren.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Belangrijkste Veranderingen
De belangrijkste veranderingen in de evolutie van ICT zijn de overgang van fysieke naar digitale communicatie, en de toegenomen connectiviteit en toegang tot informatie.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Interactieve Oefening
Laat de leerlingen in groepen een mindmap maken waarin ze de verschillen en overeenkomsten tussen vroegere en moderne ICT in kaart brengen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.