Paragraaf 2 sparen

Wat levert sparen op?
Op tafel:
- Laptop
- Economie boek + schrift
- Rekenmachine


Telefoon in de telefoontas!
Er wordt maar 1 time-out aan één persoon gegeven, daarna is het direct lesverwijdering.
Geen toiletbezoek.

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat levert sparen op?
Op tafel:
- Laptop
- Economie boek + schrift
- Rekenmachine


Telefoon in de telefoontas!
Er wordt maar 1 time-out aan één persoon gegeven, daarna is het direct lesverwijdering.
Geen toiletbezoek.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Herhaling vorige les
  • Inleveren werkblad wisselkoers
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Lesdoelen evalueren  

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les kan ik het verschil benoemen tussen variabele en vaste rente.
  • Aan het einde van deze les kan ik benoemen welke spaarmotieven er zijn.
  • Aan het einde van deze les kan ik de rente berekenen met enkelvoudige en samengestelde  rente.

Slide 3 - Slide

Michelle pint bij de bank contant geld. Wat is hiervan het gevolg voor haar chartaal en giraal geld?
A
Chartaal geld: stijgt Giraal geld: blijft gelijk
B
Chartaal geld: stijgt Giraal geld: daalt
C
Chartaal geld: daalt Giraal geld: stijgt
D
Chartaal geld: blijft gelijk Giraal geld: stijgt

Slide 4 - Quiz

Noem de drie functies van geld.

Slide 5 - Open question

Is de volgende bewering juist of onjuist?
Een positief saldo noemt de bank een creditsaldo.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Kees heeft een creditsaldo van €24,51. Hij ontvangt €9,- en betaald €17,50. Wat is Keer zijn nieuwe saldo?

Slide 7 - Open question

Huiswerk vorige les 
Werkblad wisselkoers inleveren

Slide 8 - Slide

Spaarmotieven
  • Sparen voor een doel
  • Sparen uit voorzorg
  • Sparen voor de rente

Slide 9 - Slide

Variabel of vast
Variabele rente
  • De bank kan op elk moment het rentepercentage veranderen

Vaste rente
  • Spaardeposito: het spaargeld staat voor een afgesproken tijd op een rekening. Dit kan er niet vanaf gehaald worden.
  • Het rentepercentage kan niet veranderen

Slide 10 - Slide

Enkelvoudige rente
Rentebedrag = rentepercentage x spaartegoed x jaren
Totaal bedrag = rentepercentage x spaartegoed x jaren + spaartegoed

Voorbeeld: 
Sanne heeft €350 op haar spaarrekening staan. De bank geeft een rente van 2%.

Rente na 1 jaar: 2% van €350 x 1 =  0,02 x €350 x 1 
Rente na 2 jaar: 2% van €350 x 2 = 0,02 x €350 x 2

Slide 11 - Slide

Samengestelde rente
Samengestelde rente is rente rekenen over rente
Rentebedrag = rentepercentage x (spaartegoed + bijgeschreven rente)
Totaalbedrag = rentepercentage x (spaartegoed + bijgeschreven rente) + spaartegoed

Voorbeeld
Je hebt €600 op je spaarrekening. Je krijgt 3% rente.

Rente na 1 jaar: 3% van €600 = 0,03 x €600 = €18
Na 1 jaar heb je: €600 + €18 = €618
Rente na 2 jaar: 3% van €618 = 0,03 x €618 = €18,60
Na 2 jaar heb je: €618 + €18,60 = €636,60

Slide 12 - Slide

Wat is geen spaarmotief?
A
Boodschappen
B
Rente
C
Voorzorg
D
Doel

Slide 13 - Quiz

Welke twee soorten rentes zijn er?

Slide 14 - Open question

Bereken de enkelvoudige rente na 1 jaar sparen:
€1.500 op de rekening tegen 2% rente
A
€20,-
B
€25,-
C
€30,-
D
€40,-

Slide 15 - Quiz

Bereken de samengestelde rente na 2 jaar sparen:
€1.500 op de rekening tegen 2% rente.
A
€30,-
B
€30,50
C
€30,60
D
€31,-

Slide 16 - Quiz

Zelfstandig werken
3.2 Wat levert sparen op?
Blz. 76 t/m 79
Opdracht 17 t/m 26

Er wordt maar 1 time-out aan één persoon gegeven, daarna is het direct lesverwijdering.
Geen toiletbezoek.
timer
15:00

Slide 17 - Slide

Bereken de enkelvoudige rente na 2 jaar sparen:
€700 op de rekening tegen 2% rente
A
€14,-
B
€28,-
C
€16,-
D
€31,-

Slide 18 - Quiz

Welke spaarmotieven zijn er?

Slide 19 - Open question

Ik heb een bedrag vast gezet op een spaarrekening. Ik kan deze periode niet bij mijn geld. Van welke vorm van rente is hier sprake?
A
Vaste rente
B
Variabele rente

Slide 20 - Quiz

Voor na de vakantie
Woensdag 10 januari: LOB-dag

Huiswerk
  • Vrijdag 12 januari: Hoofdstuk 3 opdracht 17 t/m 26

Eindtoets hoofdstuk 3
  • Woensdag 17 januari 

Slide 21 - Slide