Th4 Voeding en vertering, B5: Organen voor vertering

Moiel op je tafel (geluid uit_
bioboek op tafel


hw nakijken 
opdr 30 tm 34 (na deze les of dinsdag)
en LessonUp bs 5 "Organen voor de vertering"
no 1 tm 3= maar 1 opdr maken
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Moiel op je tafel (geluid uit_
bioboek op tafel


hw nakijken 
opdr 30 tm 34 (na deze les of dinsdag)
en LessonUp bs 5 "Organen voor de vertering"
no 1 tm 3= maar 1 opdr maken

Slide 1 - Slide

Thema 2 bs 5
Voeding en vertering

Slide 2 - Slide

Doelstelling

Je kunt de delen van het verteringsstelsel noemen met hun functies en kenmerken

Je kunt de verteringssappen kunnen noemen met hun functies

Slide 3 - Slide

Reis door het lichaam; verteringsstelsel
In de dia's die hierna volgen gaan we op reis van mond tot kont.

 Ik bespreek alle tussenliggende stations met jullie. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Huig en strotklepje

Slide 7 - Slide

In welke stand staat de huig tijdens slikken?
En het strotklepje?
A
huig 1, strotklepje 1
B
huig 1, strotklepje 2
C
huig 2, strotklepje 1
D
huig 2, strotklepje 2

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat gebeurt er in je maag?
A
Zetmeel en koolhydraten worden verteert
B
Bacteriën worden gedood
C
Eiwitten worden afgebroken
D
Emulgeert vet

Slide 14 - Quiz

Op volgorde
nr. 4, nr. 5 en nr. 8:
A
4. lever, 5. maag, 8. luchtpijp
B
4. maag, 5. lever, 8. luchtpijp
C
4. maag, 5. lever, 8. slokdarm
D
4. lever, 5. maag, 8. slokdarm

Slide 15 - Quiz

Wat gebeurt er NIET in de maag?
A
Bacteriën worden gedood
B
water word terug gewonnen
C
Eiwitten worden verteert
D
Voedsel wordt gekneed

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat doet de alvleesklier?
A
kleuren van verteringssap
B
maken van verteringssap
C
schoonmaken van verteringssap
D
toevoegen verteringssap

Slide 18 - Quiz

Wat is emulgeren?
A
Gal dat vet helemaal weg haalt
B
Alvleessap dat vetten afbreekt
C
Gal dat vetten in kleinere stukjes verdeeld
D
Maagsap dat bacteriën doodt.

Slide 19 - Quiz

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 20 - Quiz

Welke hormonen worden er gemaakt in de alvleesklier?
A
Insuline en glucagon
B
alvleessap en enzymen
C
insuline en alvleessap
D
Insuline en enzymen

Slide 21 - Quiz

Welke voedingsstoffen worden verteerd in de twaalfvingerige darm?
A
Koolhydraten en eiwitten
B
Vetten en eiwitten
C
Koolhydraten, vetten en eiwitten
D
Koolhydraten en vetten

Slide 22 - Quiz

Welk orgaan komt na de twaalfvingerige darm?
A
Blinde darm
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Appendix

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

In je dunne darm zijn de voedseldeeltjes
A
zo klein dat ze door de wand bij je bloed kunnen komen
B
zo klein dat je ze niet meer kunt zien
C
zo klein dat ze weer terug gaan naar boven

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
De voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed.
B
Het water wordt uit de voedselbrij gehaald.
C
Voedselresten worden opgeslagen tot je moet poepen.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Met welk nummer wordt de Dikke darm aangewezen?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 29 - Quiz

Wat doet je dikke darm?
A
Voedsel tijdelijk opslaan
B
Gal produceren
C
Water opnemen van de voedselbrij
D
alvleessap produceren

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

filmpje over echte vertreingsorganen: 
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 32 - Slide

nog tijd over:
extra vragen 

of hw noteren

Slide 33 - Slide

Aan de slag!
HUISWERK dinsdag  13-12: 
Hb blz 24 tm 28 / Wb opdr 35 tm 37

No1, 2 en 3: alleen opdr 35

Slide 34 - Slide

Waar worden koolhydraten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm

Slide 35 - Quiz

Welke route neemt je hap kroket?
A
mond- maag-dunne darm
B
mond-maag-dikke darm
C
maag-mond-dikke darm
D
dikke darm-maag-dunne darm

Slide 36 - Quiz

In de maag gaan de meeste bacteriën dood.
Hoe komt dat?
A
Door de kneedbewegingen in de maag
B
Door de temperatuur van de maag
C
Door het zoutzuur in de maag

Slide 37 - Quiz

Het pijtje geeft weer
A
Maag
B
Galblaas
C
Rectum
D
Alvleesklier

Slide 38 - Quiz

Waar wordt gal gemaakt?
A
Galblaas
B
Gal
C
Twaalfvingerige darm
D
Lever

Slide 39 - Quiz

Waar worden eiwitten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm

Slide 40 - Quiz

Aan de slag!
HUISWERK MORGEN
woensdag 14-12: 
Hb blz 24 tm 28
Wb opdr 35 tm 37

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide