§3.1 Water op aarde

H3 Water op aarde
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3 Water op aarde

Slide 1 - Slide

Planning
  - Wat weet je al?
  -Herhalen § 3.1 tm 3.3

Volgende week s.o. 


Nog iets in te halen?
Donderdag 13 juni!!

Schrijf je naam op het blaadje voorin en welke toets je moet inhalen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe water verdeeld is over de aarde en hoe de waterkringloop werkt.
  2. Je begrijpt waardoor en soms veel en soms weinig water beschikbaar is.
  3. Je kunt een grafiek van de waterbalans lezen en begrijpen.

Slide 3 - Slide

Waarvoor gebruiken we water?

Slide 4 - Mind map

Wat is de juiste verdeling van water op aarde?
97 %
3 %
Zout water
Zoet water

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Wat is de motor van de waterkringloop?
A
De zon
B
De maan
C
De zee
D
Het land

Slide 7 - Quiz

Wat hoort niet bij de waterkringloop?
A
Condensatie
B
Verdamping
C
Sedimentatie
D
Neerslag

Slide 8 - Quiz

De waterkringloop
  • De waterkringloop heeft geen begin en geen einde.
  • Het gaat altijd maar door.
  • De zon is de motor van de waterkringloop.

Slide 9 - Slide

Lange waterkringloop
Korte waterkringloop
Neerslag
Verdamping

Slide 10 - Drag question

Soorten rivieren
Er zijn 3 soorten rivieren: 
  1. Regenrivier 
  2. Gletsjerrivier 
  3. Gemengde rivier

Slide 11 - Slide

Gemengde rivier
Gletsjerrivier
Regenrivier
Rivier met regenwater
Rivier met smeltwater
Rivier met regen- en smeltwater

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Link

Grondwater
Grondwater is regenwater dat (diep) in de grond gezakt is.

Slide 14 - Slide

Oppervlaktewater
Oppervlaktewater is water uit sloten, meren en rivieren.

Dat water moet eerst heel goed gezuiverd worden voordat het te gebruiken is als drinkwater.

Slide 15 - Slide

Oppervlakte- en grondwater?

Slide 16 - Slide

Koppel de afbeeldingen aan de juiste begrippen.
Oppervlaktewater
Grondwater
Landijs/gletsjer
Zoet water
Zout water
Kan zowel zoet als zout water zijn.

Slide 17 - Drag question

Waterbalans 
De waterbalans is positief of negatief

Het is het verschil tussen hoeveel water er een gebied binnenkomt en weer uitgaat. 

Slide 18 - Slide

Par. 3: Water in natte gebieden
3.2 Water in natte gebieden

Slide 19 - Slide

Een ander probleem kan de moesson zijn.
Wat is dit?



Slide 20 - Slide

Piekafvoer
Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.

Slide 21 - Slide

piekafvoer  
In welke maand is de piekafvoer het hoogst?
juni
In welk seisoen in de piekafvoer het laagst?
winter

Slide 22 - Slide

Een overstroming wordt veroorzaakt door...
A
de natuur
B
de mens
C
kan allebei

Slide 23 - Quiz

Aquifer
Aquifer 
                                   Waterhoudende laag in de ondergrond.

Slide 24 - Slide

Wat is een aquifer?
A
sterke laag water in de grond
B
waterhoudende laag in de oceaan
C
laag water in school
D
waterhoudende laag diep in de grond

Slide 25 - Quiz

Landen bouwen een stuwdam omdat ze dan......
A
een mooi meer hebben
B
geen overstromingen meer hebben.
C
meer water in hun land kunnen houden.
D
meer waterstress hebben.

Slide 26 - Quiz

Het gevolg van een stuwdam is een stuwmeer
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Een stuwdam is ook een elektriciteitscentrale.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

  • Stuwdam
Je begrijpt hoe waterstress tot conflicten kan leiden

Slide 29 - Slide

Door waterstress kunnen er conflicten tussen landen ontstaan.
A
Dit is waar.
B
Dit is niet waar.

Slide 30 - Quiz

Wat is waterstress?
A
Dat er niet genoeg warm water is voor iedereen.
B
Dat er te weinig schoon water is voor iedereen.
C
Dat er te veel wateroverlast is.

Slide 31 - Quiz

Stroomgebied
Stroomgebied

Een stroomgebied,  is het gebied dat zijn water via een rivier afvoert. De grens van een stroomgebied wordt de waterscheiding genoemd.


Slide 32 - Slide

Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren

Slide 33 - Quiz

Welke kleur heeft
het stroomgebied
van de Maas?
A
Geel
B
Blauw
C
Groen
D
Paars

Slide 34 - Quiz


'Het stroomgebied van de Maas is groter dan het stroomgebied van de Rijn.'
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz