What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6 Vergroten en verkleinen par. 6.1 en 6.2
In 6.1 leer je wat de vergrotingsfactor is en hoe je berekeningen maakt.
6.1: uitleg over de vergrotingsfactor
M: opdrachten 6.1, nakijken en verbeteren
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In 6.1 leer je wat de vergrotingsfactor is en hoe je berekeningen maakt.
6.1: uitleg over de vergrotingsfactor
M: opdrachten 6.1, nakijken en verbeteren
Slide 1 - Slide
6.1 Vergrotingsfactor
Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je
ALLE
maten van een figuur vergroot.
Belangrijke begrippen:
Origineel
(oud) en
beeld
(nieuw).
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 2 - Slide
Voorbeeld
AB = 2 cm (origineel)
A'B' = 3 cm (beeld)
vergrotingsfactor = 3 : 2 = 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 3 - Slide
Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor.
Het 1e plaatje is het origineel.
4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 4 - Slide
Kopieerapparaat
100 % = vergrotingsfactor 1 (plaatje blijft gelijk).
50 % = vergrotingsfactor 0,5 (plaatje wordt 2 keer zo klein).
200 % = vergrotingsfactor 2 (plaatje wordt 2 keer zo groot).
Percentage : 100 = vergrotingsfactor.
Slide 5 - Slide
Rekenen met vergrotingsfactor
Slide 6 - Slide
Verkleinen
(= vergroten)
Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een origineel en een beeld.
Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule:
beeld : origineel
4 : 8 = 0,5
Je vergrotingsfactor = 0,5
Slide 7 - Slide
In 6.2 leer je berekeningen maken in gelijkvormige driehoeken
6.2: uitleg over gelijkvormige driehoeken en berekeningen maken.
M: opdrachten 6.2, nakijken en verbeteren
Slide 8 - Slide
Gelijkvormige driehoeken
In gelijkvormige driehoeken kun je de lengtes van zijden berekenen. Je gebruikt dan de vergrotingsfactor.
Bij gelijkvormigheid hebben de zijden van de driehoeken dezelfde verhouding.
Daarom kun je een verhoudingstabel gebruiken.
Voorbeeld opgave 29.
Slide 9 - Slide
Gelijkvormige driehoeken
In de 2 driehoeken hiernaast zijn
gelijkvormig
.
Dit is te zien aan de tekentjes in de hoeken.
hoek L = hoek R
hoek K = hoek Q
hoek M = hoek P
Slide 10 - Slide
Berekenen gelijkvormige driehoeken
Bereken de lengte van de zijden PR en QR.
Kijk of de driehoeken gelijkvormig zijn.
hoek A = hoek Q
hoek B = hoek R
hoek C = hoek P
ABC ~ QRP
Δ
Δ
Slide 11 - Slide
Gelijkvormige driehoeken berekenen
Maak een verhoudingstabel!
Vul alle zijden in die je weet en je ziet dat je van 2 zijden allebei de maten kent.
Dan is het een kwestie van delen.
15 : 30 = 0,5
Vergrotingsfactor
= 0,5
QR = 40 x 0,5 =20
RP = 50 x 0,5 = 25
Slide 12 - Slide
More lessons like this
K2, H9, par 2 en 3: vergrotingsfactor en gelijkvormige driehoeken
May 2020
- Lesson with
38 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H6
March 2022
- Lesson with
20 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
K2B Wiskunde dinsdag 2 juni 2020
May 2020
- Lesson with
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 3 H5 Kijken en redeneren
November 2019
- Lesson with
27 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H6
February 2023
- Lesson with
28 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H8
May 2020
- Lesson with
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H8
April 2020
- Lesson with
41 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2KT hOOFDSTUK 6
March 2022
- Lesson with
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2