3.4 Water: te veel of te weinig

3.4 water: te veel of te weinig
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.4 water: te veel of te weinig

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet dat water in verschillende vormen kan voorkomen en dat het in   een kringloop rondgaat;
  • Ik begrijp hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale     regen ontstaan;
  • Ik kan uitleggen hoe de waterkringloop werkt.  

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De waterkringloop
Bekijk de interactieve schoolplaat over de waterkringlopen door te klikken op onderstaand hyperlink:

Slide 4 - Slide

Wat is de motor van de waterkringloop?
A
De zon
B
De maan
C
De zee
D
De wind

Slide 5 - Quiz

Water, waterdamp en ijs
In een waterkringloop heeft water drie vormen, namelijk:
gasvormig (waterdamp), 
vloeibaar (water) en vast (ijs).

Waterdamp is onzichtbaar voor de mens.
In de lucht om ons heen is altijd waterdamp
te vinden.


Slide 6 - Slide

Water, waterdamp en ijs
Water komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)


Slide 7 - Slide

De vorming van wolken
  1. het water wordt verwarmd
  2. het water verdampt
  3. warme lucht met waterdamp stijgt op
  4. warme lucht met waterdamp koelt af (samenklonteren)
  5. de afgekoelde waterdamp condenseert

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

frontale regen
  • Warme lucht van lage breedte botst teken de koude lucht vanuit de poolgebieden. 
  • De warme lucht wordt omhoog geduwd.
  • Doordat de warme lucht stijgt, koelt het af en ontstaat frontale regen

Slide 10 - Slide

1 Stijgingsneerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken/neerslag


Slide 11 - Slide

Waar komt stijgingsregen op aarde vaak voor?

Slide 12 - Open question

2 Stuwingsregen
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 13 - Slide

To do:
- 3.4 opdracht

- Oefenen coördinaten 
- Samenvatten
- Begrippenlijst aanpassen

Slide 14 - Slide

Welke neerslag komt het meeste in Nederland voor denk je?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen

Slide 15 - Quiz

Studieplanner
Maak de opdrachten paragraaf 3.4,
en maak na het nakijken/verbeteren 
de herhalingsopdrachten of verdiepingsopdrachten.
 

Slide 16 - Slide