Thema 6 Basisstof 6 - Evolutie

Chabo
Sey
Djano
Keano
Aneidy
Romy
Sara
Jahvendrix
Gaby
Anouk
Chéden
Kim
Omar
                              bord
r
a
a
m
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chabo
Sey
Djano
Keano
Aneidy
Romy
Sara
Jahvendrix
Gaby
Anouk
Chéden
Kim
Omar
                              bord
r
a
a
m

Slide 1 - Slide

Absentie 
Herhaling vorige les
Nakijken
Doelen van de les
Doel met uitleg
Opdrachten maken 
Nakijken  
Doel van de les en afsluiting

Slide 2 - Slide

Hoofdstukopbouw
1. Genotype en Fenotype
2. Chromosomen en genen
3. Variatie in genotypen
herhaling 1 - 3 + mindmap invullen
4. Geschiedenis van het leven op aarde
6. Evolutie
7. Fossielen
Herhaling 1 - 7 + mindmap invullen
Diagnostische toets
Toets

Slide 3 - Slide

Leerdoelen vorige les
Je kunt een geologische tijdschaal aflezen. 
Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.  

Slide 4 - Slide

Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.  
De aarde is ongeveer 4600 miljoen jaar oud

Ongeveer 3800 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste levensvormen in het water. 

Uit deze eerste levensvormen ontstonden de eerste bacteriën. 

Hieruit ontwikkelden zich weer andere eencellige organismen.

Slide 5 - Slide

Sommige eencelligen konden zuurstof maken. Langzaam kwam er zuurstof in het water en in de lucht. 

De eerste meercellige organismen ontwikkelden zich ongeveer 1600 miljoen jaar geleden. De eerste dieren ontstonden 700 miljoen jaar geleden. Deze soorten ontstonden in het water. 

Slide 6 - Slide

Na het ontstaan van de waterdieren kwamen er 500 miljoen jaar geleden landplanten. En na de planten kwamen 450 miljoen jaar geleden ook de dieren. 

Van eerste gewerverlde dieren naar uiteindelijke de dinosauriërs. 

Slide 7 - Slide

Na het uitsterven van de sauriërs ongeveer 65 miljoen jaar geleden. Bleven de zoogdieren en vogels over. 

Ongeveer 3 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste mensachtigen. 
Alle mensen die nu leven stammen af van de mensen uit Afrika. 
Dit is ongeveer 300.000 jaar geleden. 

Slide 8 - Slide

Doel: Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben. 
Tijdens de ontwikkeling op aarde zijn allerlei soorten organismen ontstaan. De soorten die van dezelfde voorouder afstammen hebben een gemeenschappelijke voorouder. 
Ze vertonen dan verwantschap. 

Slide 9 - Slide

Verwantschap
Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder leefde, hoe minder verwant twee soorten zijn. 

Slide 10 - Slide

Nakijken vanaf blz 101 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdr 3, 4
en 5 samen

Slide 13 - Slide

opdracht 8 samen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wanneer ontstond de aarde ongeveer?
A
4600 miljoen jaar geleden
B
460 miljoen jaar geleden
C
3600 miljoen jaar geleden
D
50 miljoen jaar geleden

Slide 16 - Quiz

Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van twee soorten leefde, hoe minder verwant de soorten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Soorten die van dezelfde voorouder afstammen, hebben een gemeenschappelijke voorouder. Hoe noemen we dit?
A
Verwantschap
B
Erfelijkheid
C
Voortplanting

Slide 18 - Quiz

Thema 6 Evolutie 
Leerdoel
Je kunt de evolutietheorie beschrijven

Slide 19 - Slide

Begrippen
evolutie: het ontstaan, veranderen en verdwijnen van soorten
evolutietheorie: verklaring van het ontstaan, veranderen en verdwijnen van soorten
overlevingskans: kans dat organismen in leven blijven
natuurlijke selectie: organismen die beter zijn aangepast aan hun omgeving hebben een grotere overlevingskans; zij kunnen meer nakomelingen krijgen
isolatie: groepen zijn van elkaar gescheiden

Slide 20 - Slide

Thema 6.6 Evolutie (extra)

Leerdoelen

Je kunt de evolutietheorie beschrijven
Evolutie 
Alle soorten die ontstaan, veranderen en verdwijnen soms. Dit noem je de evolutie. 

Slide 21 - Slide

Evolutietheorie
Ontwikkeld door Charles Darwin in de 19de eeuw
De 3 belangrijkste uitgangspunten: 
1. Er ontstaan steeds nieuwe genotypen
2. Er vindt natuurlijke selectie plaats
3. Er ontstaan nieuwe soorten

Slide 22 - Slide

Natuurlijke selectie
Een dier dat goed is aangepast aan zijn omgeving, heeft een grote overlevingskans. Van dit dier zullen veel nakomelingen in leven blijven en zich voortplanten. 

Het gunstige genotype wordt zo doorgegeven.

Darwin noemde dit de natuurlijke selectie 

Slide 23 - Slide

Soorten veranderen
Door natuurlijke selectie kunnen soorten veranderen. 
Een giraffe die met zijn lange nek. Hoe langer
de nek hoe meer blaadjes die kan eten.
De nek van de giraffe wordt langer.
De soort past zich aan aan de
omstandigheden/leefomgeving. 

Slide 24 - Slide

Ontstaan nieuwe soorten
Een populatie bestaat uit
verschillende organismen.
Er is variatie in het fenotype.
Een voorbeeld hiervan is
de mens. 

Slide 25 - Slide

Isolatie van soorten
Soms raken soorten van elkaar
gescheiden. Ze kunnen zover
van elkaar gescheiden zijn dat
ze elkaar niet meer ontmoeten.
De groepen zijn dan geïsoleerd
van elkaar. 
Isolatie zorgt voor verandering in de soort. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Evolutie
A
Het ontstaan van soorten
B
Het verdwijnen van soorten
C
Mutatie van soorten
D
alle drie

Slide 28 - Quiz

Welke theorie ontwikkelde Charles Darwin?
A
Theorie van de lange nek
B
Evolutietheorie
C
Theorie van water
D
Theorie van organisme

Slide 29 - Quiz

Een dier dat goed is aangepast aan zijn omgeving heeft een grote overlevingskans
A
Niet waar
B
Waar

Slide 30 - Quiz

Een bosbrand kan voor een soort aanleiding zijn van.....
A
Verdwijnen van de soort
B
Isolatie van de soort
C
Gebeurd niks

Slide 31 - Quiz

Aan de slag
Maken: 
Blz 118, 119, 120 en 121 

Huiswerk: 
Opdracht 1 t/m 7
begrippen bs 6

Slide 32 - Slide

Vandaag geleerd

Je kunt de evolutietheorie beschrijven. 

Slide 33 - Slide

Bedankt!

Slide 34 - Slide