Hoofdstuk 4 Vervoer - economie havo 4

Agenda
- Herhalen hoofdstuk 4
- Huiswerk opdrachten bespreken indien er vragen zijn

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Agenda
- Herhalen hoofdstuk 4
- Huiswerk opdrachten bespreken indien er vragen zijn

Slide 1 - Slide

Stel dat de regering besluit de benzineaccijns te verlagen. De pomphouders berekenen deze accijnsverlaging door in de benzineprijs.

Welke grafiek geeft de invloed op de gevraagd hoeveelheid juist weer?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3

Slide 2 - Quiz

Een evenwichtsprijs ontstaat wanneer ...
A
er meer aanbod is dan vraag.
B
de producent tevreden is met de verkoopprijs.
C
er meer vraag is dan aanbod.
D
vraag en aanbod gelijk zijn aan elkaar.

Slide 3 - Quiz

De vraag
  • Vraaglijn (negatief verband prijs (P) en de vraag (Q)
  • Verschuiven vraaglijn = er langs, naar links, naar rechts
  • Betalingsbereidheid
  • Consumentensurplus (0,5 x basis x hoogte)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bereken het consumentensurplus bij een prijs van € 40,-

Slide 7 - Open question

Het aanbod
  • aanbodlijn (positief verband prijs (P) en aanbod (Q))
  • Verschuiving aanbodlijn = er langs, naar links, naar rechts
  • Producentensurplus (0,5 x basis x hoogte)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bereken het producentensurplus.

Slide 11 - Open question

Vraag en aanbod samen
  • Evenwichtsprijs  (Qv = Qa)
  • Evenwichtshoeveelheid
  • Consumentensurplus en producentensurplus
  • Verschuiving vraaglijn of aanbodlijn

Slide 12 - Slide

Evenwichtsprijs en -hoeveelheid
Qv = -0,5P + 80                       (P = in euro's)
Qa = P - 40                                (Qv en Qa = x 1.000)

Bereken de evenwichtsprijs
Bereken de evenwichtshoeveelheid

Slide 13 - Slide

Qv = -0,5P + 80 (P = in euro's)
Qa = P - 40 (Qv en Qa = x 1.000)
Bereken de evenwichtsprijs.
A
€ 40
B
€ 80
C
€ 120

Slide 14 - Quiz

Qv = -0,5P + 80 (P = in euro's)
Qa = P - 40 (Qv en Qa = x 1.000)
Bereken de evenwichtshoeveelheid
A
20
B
20.000
C
40
D
40.000

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Welk vak is het producentensurplus?

Q = x 1.000
A
vak A
B
vak B
C
vak C
D
vak D

Slide 17 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 18 - Open question

Zijn er nog vragen?

Slide 19 - Slide