theorie schrijven + schrijfopdracht

Schrijven

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Schrijven

Slide 1 - Slide

Weet je nog? 
Tekstdoel
Tekstsoort
Tekstvorm
publiek
tussenkopjes

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
na deze les 
- weet je hoe je moeilijke woorden of lange zinnen kunt veranderen in je eigen tekst. 
- weet je dat je altijd een bron moet vermelden
- weet je hoe je een tekst moet schrijven (inleiding/middenstuk/slot)

Slide 3 - Slide

Tot nu toe heb je dit geleerd: 
1. Gebruik hoofdletters en leestekens. 
2. In een zin schrijf je altijd een persoonsvorm, behalve in een titel. 
3. Gebruik nette woorden en wees beleefd. Schrijf 'u', behalve als ze zeggen dat je 'je' mag zeggen.
4. de regels voor het schrijven van een email.

Slide 4 - Slide

Er komt een regel bij:
5. Neem een tekst uit een bron nooit zomaar over. 
Verander moeilijke woorden of lange zinnen en maak er je eigen tekst van. 
Schrijf altijd de naam van de bron op als je iets overneemt, ook als je de tekst in eigen woorden schrijft! 

Slide 5 - Slide

Tekst
Een tekst heeft een inleiding, een middenstuk en een slot. 
Inleiding: Je kunt de lezers vertellen wat het onderwerp van je tekst is. 
Middenstuk: bestaat uit alinea's. In elke alinea vertel je over een deelonderwerp. 
Slot: sluit op een duidelijke manier af. Bijvoorbeeld met een korte samenvatting of een tip. 

Slide 6 - Slide

Opdracht
Je maakt deze opdracht digitaal.
Je krijgt er geen cijfer voor, maar hij moet
goed zijn, anders moet het opnieuw. 
Zorg dat je de regels voor schrijven gebruikt. 
gebruik spellingcontrole.

Slide 7 - Slide

een artikel voor de kinderkrant
Neem dit schema over en vul het aan:
Onderwerp: ...
Tekstdoel: uitleg geven
Tekstsoort: uitleggende tekst
Tekstvorm: artikel in een kinderkrant
Publiek: kinderen vanaf 9 jaar. 
(zorg dat dit schema ook ingeleverd wordt!) 
Je moet zelf een artikel/onderwerp bedenken! 

Slide 8 - Slide

inleiding
Schrijf de inleiding.


Vertel je lezers in minimaal één alinea waar de tekst over gaat. 

Slide 9 - Slide

middenstuk
Schrijf 3 alinea's.

Elke alinea heeft een deelonderwerp. 

Elke alinea heeft minstens 4 zinnen waarin je die deelonderwerpen uitlegt. 


Slide 10 - Slide

Slot
Je sluit je tekst af met een duidelijk slot. 
Je slot heeft minimaal één zin. 

Slide 11 - Slide

Titel en tussenkopjes
Bedenk een titel voor je tekst. 
Zet 2 tussenkopjes in je tekst. 

Slide 12 - Slide

Starten maar! 
Open een word bestand.
Noem het: 
Naam_Achternaam_klas_schrijfopdracht kinderkrant

Slide 13 - Slide