3.3 Problemen met water

Herhaling 


3.1 Vuil, stank en herrie.
3.2 Een beter milieu begint bij jezelf
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling 


3.1 Vuil, stank en herrie.
3.2 Een beter milieu begint bij jezelf

Slide 1 - Slide

Te veel stoffen weghalen uit het milieu, waardoor het milieu niet goed kan herstellen. Hoe noem je dit?
A
uitputting van het milieu
B
vervuiling van het milieu
C
economische schade van het milieu
D
aantasting van het milieu

Slide 2 - Quiz

Mensen veranderen het landschap, waardoor sommige planten en dieren daar niet meer kunnen leven. Hoe noemen we dit?
A
aantasting van het milieu
B
vervuiling van het milieu
C
uitputting van het milieu

Slide 3 - Quiz

Wat is een ander woord voor leefomgeving?
A
samenleving
B
stad
C
milieu
D
omgeving

Slide 4 - Quiz

Een stof in het milieu brengen die daar niet thuishoort en problemen geeft. Hoe noemen we dit?
A
uitputting van het milieu
B
aantasting van het milieu
C
een milieuprobleem
D
vervuiling van het milieu

Slide 5 - Quiz

In een natuurgebied wordt een camping aangelegd. Welk begrip hoort hier bij?
A
uitputting van het milieu
B
aantasting van het milieu
C
vervuiling van het milieu

Slide 6 - Quiz

Wie betaalt de maatschappelijke kosten voor vervuiling?
A
de overheid
B
de gemeente
C
de vervuiler
D
wij allemaal samen

Slide 7 - Quiz

Fabrieken lozen afvalwater in de Rijn. Welk begrip hoort hier bij?
A
vervuiling van het milieu
B
uitputting van het milieu
C
aantasting van het milieu

Slide 8 - Quiz

Ontbossing is een voorbeeld van.....
A
vervuiling van het milieu
B
aantasting van het milieu
C
uitputting van het milieu

Slide 9 - Quiz

Producten niet weggooien maar opnieuw gebruiken heet......
A
hergebruik
B
recycling
C
tweedehands
D
kringloop

Slide 10 - Quiz

Nieuwe producten maken van het materiaal uit afval heet:......
A
afvalwerking
B
recycling
C
kringloop
D
hergebruik

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je spullen die niet nieuw zijn, maar eerder gebruik door iemand anders?
A
kringloop
B
recycling
C
hergebruik
D
tweedehands

Slide 12 - Quiz

Wanneer we van oude dingen, nieuwe dingen maken, heet dit.....
A
tweedehands
B
recycling
C
kringloop
D
hergebruik

Slide 13 - Quiz

Tina koopt bij de garage een auto. Haar auto is....
A
gerecycled
B
tweedehands
C
hergebruikt

Slide 14 - Quiz

Je gebruikt een lege wijnfles als vaas. Waar is dit een voorbeeld van?
A
hergebruik
B
kringloop
C
recycling

Slide 15 - Quiz

Van gebruikte blikjes nieuwe blikjes maken, is een voorbeeld van....
A
kringloop
B
recycling
C
tweedehands

Slide 16 - Quiz

Frisdrankflessen na gebruik opnieuw vullen is een voorbeeld van....
A
kringloop
B
recycling
C
hergebruik
D
tweedehands

Slide 17 - Quiz

stroomgebied = het gebied dat water afstaat aan een rivier

Slide 18 - Slide

Het stroomgebied van de Rijn

Slide 19 - Slide

Stroomgebied

Slide 20 - Mind map

3.3 Problemen met water

Slide 21 - Slide

De waterkringloop = voortdurende verandering van water van vorm (vast, vloeibaar en gas) en plaats (land, zee en lucht.

Slide 22 - Slide

Plastic soep

Slide 23 - Open question

plastic soep

Slide 24 - Slide

Aan het werk

Maak 3.3 Leerstof + opdrachten 1 t/m 15


Slide 25 - Slide

Economische schade = als iemand door een oorzaak minder geld verdient.

Slide 26 - Slide

Biologische landbouw

Slide 27 - Mind map

Biologische landbouw = landbouw waarbij geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. 

Slide 28 - Slide

Wanneer iemand door een oorzaak minder geld verdient, spreken we van:
A
economische schade
B
milieuschade
C
maatschappelijke kosten
D
uitputting

Slide 29 - Quiz

Hoe noemen we de landbouw waarbij geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt?
A
Economische landbouw
B
groene landbouw
C
slimme landbouw
D
biologische landbouw

Slide 30 - Quiz

Hoe noemen we de voortdurende verandering van water van vorm en plaats?
A
condensatie
B
waterkringloop
C
kringloop
D
verdamping

Slide 31 - Quiz

Wanneer waterdamp verandert in water, noemen we dit …..
A
verdamping
B
condensatie
C
waterkringloop
D
ontdooien

Slide 32 - Quiz

Water dat verandert in kleine druppeltjes is een voorbeeld van: …..
A
smelten
B
condensatie
C
verdamping
D
de waterkringloop

Slide 33 - Quiz

Hoe kan uit zeewater regenwater ontstaan:
A
door condensatie en smelten
B
door verdamping en bevriezing
C
door verdamping en smelten
D
door verdamping en condensatie

Slide 34 - Quiz

Waar of niet waar? In de waterkringloop verandert water
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Aan het werk

Maak 3.3 

  • Leerstof + opdrachten 1 t/m 22
  • Meer oefenen en Plusopdracht
  • Cursustoets
  • Oefengenerator



Slide 36 - Slide