Basis 2: Uitleg inleiding en slot

Uitleg basiscursis 2: 
inleiding en slot 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uitleg basiscursis 2: 
inleiding en slot 

Slide 1 - Slide

Lesdoel 1: ik ken verschillende manieren om de inleiding aantrekkelijk te maken

Lesdoel 2: ik ken verschillende manieren om het onderwerp van de tekst te introduceren

Lesdoel 3: ik ken verschillende manieren om een tekst af te ronden

Slide 2 - Slide

Wat is géén functie van een inleiding?
A
aanleiding noemen
B
belangstelling wekken
C
samenvatting geven
D
onderwerp introduceren

Slide 3 - Quiz

Inleiding 
twee functies: 

- de aandacht van het publiek trekken
- het onderwerp van de tekst introduceren 

Slide 4 - Slide

Manieren om aandacht te trekken

1. naar een actuele gebeurtenis verwijzen
2. kort de voorgeschiedenis beschrijven
3. een aantrekkelijk voorbeeld geven (anekdote) 
4. het belang voor het publiek aangeven 

Slide 5 - Slide

naar een actuele gebeurtenis verwijzen

  • actualiteit vormt aanleiding van de tekst
  • de tekst begint met iets wat nu in de belangstelling staat

Slide 6 - Slide

kort de voorgeschiedenis beschrijven





In de inleiding wordt kort verteld hoe er in het verleden over een onderwerp is gedacht/hoe men er mee omging. 
gevolg-> publiek wordt nieuwsgierig

Slide 7 - Slide

 een aantrekkelijk voorbeeld geven (anekdote) 

kort verhaaltje over onderwerp van de tekst

Slide 8 - Slide

het belang voor het publiek aangeven 
aandacht trekken van het publiek, door te wijzen op het belang van de tekst 

Slide 9 - Slide

Aantrekkelijke eerste zin 
1. een intrigerende vraag
Waarom denkt men dat het vak Nederlands zo belangrijk is?
2. schokkende of opvallende cijfers
10% van de Nederlanders heeft ...
3. een paradox
Onze wereld wordt steeds groter en toch weten we steeds minder
4. een prikkelend citaat
Wist je dat ..
5. een suggestieve of raadselachtige opsomming 
Wat is de overeenkomst tussen knoflook, pak spaghetti, tonijn uit blik en zout?

Slide 10 - Slide

Manieren om het onderwerp te introduceren
1. vragen stellen
2. een mening of standpunt geven
3. een probleem schetsen 

In het middenstuk-> vragen beantwoord, argumenten gegeven of verklaringen/oplossingen gepresenteerd

Slide 11 - Slide

Manieren om aantrekkelijk te eindigen
1. een aansluiting bij het begin 
2. een uitsmijter


Slide 12 - Slide

Het slot 
- bevat vaak de hoofdgedachte
- begint vaak met een signaalwoord
- samenvatting, afweging, aansporing of aanbeveling, toekomstverwachting

Slide 13 - Slide

Maken: basiscursus 2: opdr. 1,2,5,6

Slide 14 - Slide

Welke functie heeft een slot NIET?
A
samenvatting geven
B
conclusie trekken
C
belangstelling wekken
D
aanbeveling doen

Slide 15 - Quiz

Een inleiding heeft maar één functie
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Twee soorten titels...

Slide 17 - Open question

Een ondertitel is altijd een motiverende titel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De hoofdgedachte van een tekst is altijd een mededelende zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Noem twee tekststructuren

Slide 20 - Mind map

In het middenstuk gaat iedere alinea over een ander deelonderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Welke tekststructuur past bij een middenstuk waarin positieve en negatieve kanten van het onderwerp aan de orde komen?
A
argumentatiestructuur
B
vraag-antwoordstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 22 - Quiz

Welk verband wordt aangegeven met het signaalwoord indien?
A
voorwaardelijk
B
vergelijkend
C
samenvattend
D
oorzaak-gevolg

Slide 23 - Quiz

Zijn de leerdoelen behaald? Zo niet; wat vind je nog lastig?

Slide 24 - Open question