7.4 Atomen als bouwstenen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom

planning

• terugblik vorige les / vragen huiswerk? 
• uitleg paragraaf 4
• aan de slag met 38 t/m 47
• afsluiting

Doelen vandaag:

1. Je weet dat moleculen kleinere deeltjes bevatten: atomen
2. Je weet dat je een atoom niet kunt ontleden
3. Je weet dat in een atoom 3 soorten deeltjes zitten
4. Je kent de eigenschappen van die deeltjes
5. Je weet wat isotopen zijn

water

water

watermoleculen

water

watermoleculen

2 waterstofatomen

en 1 zuurstofatoom

Moleculen zijn niet het kleinste..

Moleculen kun je uit elkaar halen. 

(Ze zijn dus niet het kleinste deeltje..).

De onderdelen van een molecuul heten ATOMEN.

Water ontleden

Stroom zorgt dat watermoleculen kapot gaan.

Je krijgt dan zuurstof (g) en waterstof (g).

Zuurstof en waterstof kun je niet meer ontleden.

Dan heet dat een ELEMENT.

water ontleden

Links de watermoleculen,

rechts de waterstofmoleculen en de zuurstofmoleculen.

water --> waterstof   + zuurstof

water

watermoleculen

2 waterstofatomen

en 1 zuurstofatoom

1 zuurstofatoom 

met 8p, 8n en 8e

phet.colorado.edu

Goed onthouden:

                 lading     massa    waar?     

proton     1+               1             kern  

neutron    0               1             kern  

elektron  1-               ±0          wolk

Goed onthouden:

atoomnummer = aantal protonen  (bepaalt de atoomsoort)

massagetal        = aantal protonen + aantal neutronen

isotopen: zelfde atoomnummer ander massagetal 

of

isotopen: zelfde aantal protonen ander aantal neutronen 

C-12: 6p en 6n  (atoomnummer 6, massagetal 12)

C-13: 6p en 7n  (atoomnummer 6, massagetal 13)

Aan de slag!

Wat: opg 38 t/m 47 

Waar: in Werkboek

Max Geluidsniveau: fluisteren

Hoe: individueel 

Oortjes: Ja, mag

Hulp: docent, medeleerling, boek

Tijd: 20 minuten 

Klaar?: Kijk het na via de ELO

Huiswerk: Zie Wat

Doelen vandaag:

1. Je weet dat moleculen kleinere deeltjes bevatten: atomen
2. Je weet dat je een atoom niet kunt ontleden
3. Je weet dat in een atoom 3 soorten deeltjes zitten
4. Je kent de eigenschappen van die deeltjes
5. Je weet wat isotopen zijn