This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
§4.5 Nederland verduurzaamt
Slide 1 - Slide
Planning
- Herhaling §4.4
- Leerdoelen
- Uitleg
- Video
- Huiswerk maken/vragen beantwoorden
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat de betekenis is van energietransitie, circulaire economie en afvalvoetafdruk.
Je begrijpt waarom het belangrijk is dat er een energietransitie komt.
Je kunt op een kaart intekenen waar er windmolenparken in Nederland zijn of komen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Duurzaam?
De Nederlandse landbouw heeft ook nadelen:
Telen van fruit en groenten in kassen kost veel energie;
Wordt veel water en licht gebruikt;
Chemische stoffen nodig om gewassen gezond te houden.
In veel kassen wordt maar één product geteeld, dit heet monocultuur.
Slide 5 - Slide
Monocultuur
"Het verbouwen van één gewas op grote stukken grond."
Slide 6 - Slide
'Gewone' landbouw
Biologische landbouw
mest van dieren
kunstmest
plaagdieren chemisch bestrijden
plaagdieren met natuurlijke vijand bestrijden
dieren hebben meer ruimte
dieren hebben minder ruimte
duurder vlees
goedkoper vlees
Slide 7 - Drag question
Koolstofdioxide (CO2)
"Een belangrijk gas dat warmte kan vasthouden en dat van nature in de atmosfeer voorkomt."
Slide 8 - Slide
Dat kost energie
Een gemiddelde Nederlander heeft een ecologische voetafdruk van 6,2 hectare per jaar.
De helft van deze grote voetafdruk bestaat uit het gas koolstofdioxide. Een te veel aan CO2 zorgt voor de opwarming van de aarde en klimaatverandering.
Slide 9 - Slide
Hernieuwbare grondstof
"Grondstoffen die niet opraken en die weer aangevuld kunnen worden, bijvoorbeeld hout."
Slide 10 - Slide
Dat kost energie
Het is belangrijk om de uitstoot van CO2 te verminderen, door:
Hernieuwbare grondstof;
Energietransitie: fossiele brandstoffen > duurzame energie. Bijv. windmolens plaatsen in de Noordzee.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Energietransitie
"Het overschakelen van het gebruik van fossiele energie naar duurzame energie, bijvoorbeeld zonne-energie."
Slide 13 - Slide
Waarom moeten we er eerst voor zorgen dat we minder energie gebruiken, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen besparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.
Slide 14 - Quiz
Hoe ziet Nederland eruit voor de energietransitie, en hoe na die tijd?
Voor de energietransitie
Na de energietransitie
Hernieuwbare energiebronnen
Niet-hernieuwbare energiebronnen
Fossiele brandstoffen
Veel CO2 uitstoot
Windmolens en zonnepanelen
Steenkool en aardolie
Duurzame energie
Slide 15 - Drag question
Schoner transport
Wat is het gevolg van veel verkeer in Nederland?
- Files
Welke maatregelen kan de regering nemen om files korter te maken?
- Meer wegen aanleggen
- Openbaar vervoer verbeteren
Slide 16 - Slide
Afvalvoetafdruk
"De hoeveelheid afval per kilo die een persoon produceert."
Slide 17 - Slide
Niet-hernieuwbare grondstoffen
grondstoffen die wel opraken, bijvoorbeeld aardolie
Slide 18 - Slide
Van fiets naar fiets
Als je een tweedehands elektrische fiets koopt en je eigen fiets weer doorverkoopt verklein je je afvalvoetafdruk.
Door grondstoffen opnieuw te gebruiken zorg je voor een circulaire economie. In zo'n economie blijft weinig afval over.
Slide 19 - Slide
Circulaire economie
"Een economie waarin veel grondstoffen worden hergebruikt en er weinig afval overblijft."