Thema 4 Basisstof 3 Je gewrichten BK/KGT

• Biologie
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Thema 4.3 Je gewrichten

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen vorige les: 4. Je skelet 

Leerdoelen vandaag

Nieuwe theorie: 4.3 Je gewrichten

Zelf aan de slag

Geef de naam van onderdeel 25?

1. schouderblad
2. sleutelbeen
3. rib
4. borstbeen

Geef de naam van onderdeel 7

1. schedel
2. bovenkaak
3. onderkaak

Geef de naam van onderdeel 6

1. onderkaak
2. bovenkaak
3. schedel

Leerdoelen vandaag 

Aan het einde van de les:

- kan je de bouw van een gewricht beschrijven

Inleiding

Je botten zitten aan elkaar vast met gewrichten.

Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.

4.3 Gewrichten

In je been heb je een dijbeen en een scheenbeen.

Daartussen zit je knie.

Door de knie kun je je been buigen.

Daardoor kun je soepel bewegen.

De knie is een gewricht.

Een gewricht is een verbinding tussen 2 botten.

Door een gewricht kunnen de botten gemakkelijker bewegen.

Links zie je een de doorsnede van een gewricht.

Het uiteinde van 1 bot is bol. Dit heet de gewrichtskogel.

Het uiteinde van het andere bot is hol. Dit is de gewrichtskom.

De gewrichtskogel beweegt in de gewrichtskom. Deze beweging gaat soepel door kraakbeen en gewrichtssmeer.

Op de kop van elk bot zit een laagje kraakbeen. Door dit kraakbeen kunnen de botten gemakkelijker bewegen en het beschermt de botten tegen slijten.

Tussen de botten zit gewrichtssmeer.

Dit werkt als een soort smeervet.

Door het gewrichtssmeer kunnen de botten soepeler bewegen.

Om het gewricht zit een stevig vlies. Dit is het gewrichtskapsel.

Het gewrichtskapsel houdt de botten bij elkaar.

Het gewrichtskapsel maakt ook het gewrichtssmeer.

Om sommige gewrichten zitten ook nog kapselbanden.

Bijvoorbeeld bij het heupbeen en het dijbeen.

Kapselbanden zijn een extra versteviging.

Ze helpen mee om de botten op hun plaats te houden.

GEWRICHT

Verbinding tussen twee botten

Botten gemakkelijk bewegen

SOORTEN GEWRICHTEN

Kogelgewricht
Scharniergewricht 

 Rolgewricht

KOGELGEWRICHT

Gewrichtskogel kan in de gewrichtskom draaien

Bijvoorbeeld

* Schoudergewricht

* heupgewricht

SCHARNIERGEWRICHT

Gewricht dat alleen heen en terug kan bewegen

Bijvoorbeeld:

vingers/tenen

Elleboog gewricht

Rolgewricht

Gewricht

1. Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
2. Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten niet kunnen bewegen.
3. Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
4. Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.

Kraakbeen

1. maakt het mogelijk dat een gewricht veel kan bewegen
2. maakt dat een gewricht niet kan bewegen
3. maakt het mogelijk dat een gewricht een beetje kan bewegen
4. zit nooit in een gewricht

Nr. 1

1. gewrichtskogel
2. gewrichtskapsel
3. gewrichtskom
4. kraakbeenlaagje

Scharniergewricht

1. gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
2. gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
3. gewricht waarbij beweging naar alle kanten mogelijk is
4. gewricht waarbij draaibeweging mogelijk zijn

Kogelgewricht

1. gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
2. gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
3. gewricht waarbij beweging in alle richtingen mogelijk is
4. gewricht waarbij beweging in 1 richting mogelijk is

De functie van het gewrichtskapsel

1. maakt scharnierbewegingen mogelijk
2. voorkomt beweging van het gewricht
3. maakt beweging van spieren mogelijk
4. houdt de botten op hun plaats samen met spieren

En nu aan de slag!

BK:

 Thema 4.3 Gewrichten blz. 22, maken opdracht 1 t/m 6

&

Thema 4.4 Spieren blz. 28, maken opdracht 1, 2, 4 t/m 6

En nu aan de slag!

KGT:

Thema 4.3 beenverbinding blz. 21, maken opdracht 1 t/m 8

&

Thema 4.4 Spieren blz. 29, maken opdracht 1 t/m 8