* Ik weet wat informele taal is en wanneer ik dat kan gebruiken.
* Ik wat formele taal is en wanneer ik dat kan gebruiken.
* Ik weet dat een formele brief een vaste indeling heeft.
* Ik ken de losse onderdelen (aanhef, slotgroet, datering, etc) van een formele brief en kan aan de hand daarvan een formele brief schrijven.