BridgingtheGap

Welcome to English!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome to English!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Rules for the English lessons
  • Breng elke les je boek Stepping Stones Text-Workbook (A) mee
  • Ook je OPGELADEN CHROMEBOOK Ên bijpassende oortjes/koptelefoon heb je bij je
  • Een goed gevuld etui met pennen en potloden, gum en puntenslijper en eventueel kleurtjes zijn onmisbaar
  • Natuurlijk weet je altijd al je inlogcodes!

Slide 3 - Slide

Lesson goals
  • I know the names of family and friends and how to describe their personal traits.
  • I understand and can use the present simple tense.

Slide 4 - Slide

Family
Family

Slide 5 - Slide

page 14

Slide 6 - Slide

Sleepvraag!
uncle
aunt
cousin
sister
brother
grandfather
grandmother
family
opa
oma
neef
oom
tante
nicht
familie
broer
zus

Slide 7 - Drag question

page 14

Slide 8 - Slide

boring
cheerful
patient
honest
lazy
shy
verlegen
lui
vrolijk
saai
eerlijk
geduldig

Slide 9 - Drag question

A
B
C
D
E
F

Slide 10 - Slide

C. Grammar
Present Simple 
(Tegenwoordige tijd) 

p. 15

Slide 11 - Slide

Present Simple 
  • Wanneer gebruik je de Present Simple?

  • Hoe maak je de Present Simple? 

Slide 12 - Slide

Present Simple (Tegenwoordige Tijd)



Je gebruikt de Present Simple bij:

FEITEN
GEWOONTEN
REGELMATIGHEDEN

Slide 13 - Slide

Tegenwoordige tijd

To be =     am / is / are   

I am a teacher. 
You are a student. 
They are happy. 

Slide 14 - Slide

I
You
He
She
It
We
You 
They
Het werkwoord 'to be' 
am
is
are
are
are
are
is
is

Slide 15 - Drag question

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
we praten
jullie schrijven
zij studeren

we talk
you write
they study

Slide 16 - Slide

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
ik fiets
jij loopt
hij eet
zij bevriest

I cycle
you walk
he eatS
she freezES

Slide 17 - Slide

Tegenwoordige tijd 
Wanneer?
Hoe?
Spelling
signaal woorden
- feiten

- gewoonten

- regelmatige gebeurtenissen
I / you / we / they
werkwoord

she / he / it
werkwoord + s
eindigt in 's' klank
= + es
kiss/ kisses
watch/ watches

klinker+y 
= +s
buy/buys

medeklinker+y
y wordt ies
fly/flies


every
always
never
sometimes
often
frequently
usually

Slide 18 - Slide

Tegenwoordige Tijd 
to be: I am a teacher. She is a student. They are students. 
to read: I read a book. She reads a book. They read books. 
to watch: I watch TV. She watches TV. They watch TV. 
to study: I study English. She studies English. They study English. 
SHIT REGEL - He-She- It    ww+ -S 

Slide 19 - Slide

SHIT
She
He
IT
bij He/She/IT 

werkwoord
werkwoord eindigend op S-klank
sh/ch/x/s 
werkwoord eindigend op y-klank  
(als er een medeklinker voor de 'y' staat)
-S
-ES

-IES

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Present simple
He ..... (call) me every morning.
A
call
B
calls

Slide 22 - Quiz

Present simple
It ....... (start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 23 - Quiz

Present simple
We often ........... (talk) about our holiday.
A
talk
B
talks

Slide 24 - Quiz

Present simple
I never ....... (wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 25 - Quiz

Present simple
They ...... (visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide


  • Schrijf alle theme words van blz. 14 over in je schrift. Noteer het Engelse woord Ên de Nederlandse vertaling.
  • Maak opdr. 1 + 2 + 4b in het werkboek (blz. 14 – 16)
  • Maak 1.1.A in Learnbeat
  • Leer de woorden, grammatica en stone van BtG1.


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

I can talk about my family.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

I can use present simple.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Slide