Hemos aprendido/ practicado (we hebben geleerd, geoefend):
vocabulario familia: la madre, el padre, el hermano, la hermana, la abuela, el abuelo, el tío, la tía, enz..
Escuchar un diálogo sobre familia (gesprek luisteren over familie).
Het werkwoord "tener" (hebben)
Getallen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Buen día!
Hemos aprendido/ practicado (we hebben geleerd, geoefend):
vocabulario familia: la madre, el padre, el hermano, la hermana, la abuela, el abuelo, el tío, la tía, enz..
Escuchar un diálogo sobre familia (gesprek luisteren over familie).
Het werkwoord "tener" (hebben)
Getallen
Slide 1 - Slide
En esta clase:
Huiswerk nakijken: tekst Bron C/
Het w.w. "tener" (hebben) oefenen.
Grammatica oefenen: vervoeging van tener.
Woorden en getallen oefenen.
Slide 2 - Slide
El álbum de los López, la familia de Pepe
Tekst en werkboek open:
Tekstboek op blz. 28 / werkboek blz. 66
Slide 3 - Slide
1) Wie is in deze tekst aan het woord? 2) Waarover vertelt hij/ zij? 3) Wat betekent de titel?
Slide 4 - Open question
Opdracht 7b: 1. Houdt erg van voetbal
A
Hugo
B
Álvaro
C
Nacho
D
Santiago
Slide 5 - Quiz
Opdracht 7b: 2. Is 65 jaar oud.
A
Paula
B
María
C
José
D
Álvaro
Slide 6 - Quiz
Opdracht 7b: 3. Dit is de oom van Pepe.
A
Álvaro
B
Nacho
C
Santiago
D
José
Slide 7 - Quiz
Opdracht 7b: 4. Zijn 11 jaar oud
A
José y María
B
Nacho y Paula
C
Pepe y Paco
D
Álvaro y Hugo
Slide 8 - Quiz
Opdracht 7b: 5. Heeft blond haar.
A
Pepe
B
María
C
Paula
D
Santiago
Slide 9 - Quiz
Opdracht 7b: 6. Wonen niet ver weg.
A
Los abuelos
B
Los primos
C
Los tíos
D
Los amigos
Slide 10 - Quiz
Opdracht 7b: 7. We zien ze niet vaak.
A
Los tíos
B
Los abuelos
C
Los primos
D
Los amigos
Slide 11 - Quiz
Opdracht 7b: 8. Is de jongste zus van mijn moeder.
A
María
B
Paula
Slide 12 - Quiz
La cocina
El salón
El comedor
El cuarto de baño
El dormitorio
El ático
El despacho
Slide 13 - Drag question
Opdracht 7c
educaplay.com: completar el texto.
Slide 14 - Slide
Opdracht 7d(blz. 67): Upload een foto van jouw tekst.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
opdracht 10 b: 1. Yo tengo / tienes un abuelo gracioso. 2. Hugo y Álvaro ¿tenemos / tenéis la Xbox? 3. Paco tiene / tienen muchos discos.
Slide 17 - Open question
4. Usted tenemos / tiene un ordenador fantástico. 5. Tú ¿tienes / tengo hermanas? 6. Nosotros tenemos / tienen un dormitorio pequeño. 7. Las amigas de Alicia tienen / tenemos el DVD de L.B.
Slide 18 - Open question
Opdracht 11a: Vul de juiste vorm van tener 1. Mi abuelo ...... una casa grande.
A
tienes
B
tenéis
C
tiene
D
tienen
Slide 19 - Quiz
Opdracht 11a: Vul de juiste vorm van tener: 2. ¿Cuántos años .......usted?
A
tiene
B
tienes
C
tenéis
D
tienen
Slide 20 - Quiz
Opdracht 11a: Vul de juiste vorm van tener: 3. Mi madre y su hermana gemela......cuarenta y dos años.
A
tienes
B
tenemos
C
tienen
D
tenéis
Slide 21 - Quiz
Opdracht 11b: zinnen maken met behulp van de woorden en de plaatjes.
Microfoon aan: de leerling die ik aanwijs moet de zin hardop lezen.
Slide 22 - Slide
Opdracht 8c(wb. blz. 67):Luister naar de getallen dictee. Schrijf de getallen die hoort op in cijfers.