H-4 Par. 4.3 Kracht, massa en versnelling Deel-2 (Les 6)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 4

Kracht en beweging

Paragraaf 4.3 Remmen en botsen Deel-2

krachten

Par. 4.3 Kracht, massa en versnelling

Deel-2

Lesdoelen:

1. Je kunt het begrip traagheid uitleggen.
2. Je kunt berekeningen maken met de tweede wet van Newton: F = m ∙ a
3. Je kunt de remkracht op een voertuig berekenen door gebruik te maken van de vertraging.

Voorbeeldopdracht 1

Een auto trekt in 4,0 s met constante versnelling op van  0 km/h naar 54 km/h. De auto heeft een massa van 800 kg. 
Bereken hoe groot de resultante is die de auto laat versnellen.

Voorbeeldopdracht 2

Een auto en een motor staan naast elkaar bij een stoplicht. De massa van de auto (inclusief de bestuurder) is 900 kg, die van de motor is 300 kg. Bij groen licht trekken de auto en de motor beide op.  Op beide voertuigen werkt daarbij een
resultante van 1,8 kN. Bereken de versnelling van beide voertuigen.

Voorbeeldopdracht 3

Een auto heeft een massa van 1300 kg. De remmen moeten voldoende remkracht kunnen leveren voor een remvertraging van minstens 5,2 m/s^2 (figuur 4).

Bereken hoe groot de remkracht van de auto minstens moet zijn.

Opdracht

Maak de opgaven 1 t/m 7 van par. 4.3 af

Kijk de opgaven zelf (eerlijk!) 

Bespreking opgaven.
 

Formule 1-auto’s kunnen bochten nemen met een extreem hoge snelheid. De coureurs trainen hiervoor speciaal hun nekspieren.

Leg uit waarom dat nodig is. Gebruik het woord ‘traagheid’ in je antwoord.

Een formule 1-auto trekt veel sneller op dan een doorsnee personenauto.

Geef hiervoor twee mogelijke oorzaken.

Overige opgaven via SmartNotebook