Les 2

Les 2 Uitvinders
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ProjectBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 2 Uitvinders

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
  • We hebben een woordweb gemaakt van alle uitvinders die we al kenden. 
  • We hebben een sleepvraag gedaan, deze ging over: wel/geen uitvinding
  • We haalden de kennis over executieve functies op die we hebben behandeld in het project 'Regio en Toerisme'.
  • We hebben geleerd wat de andere E.F. zijn.
  • We hebben de Ik-Cirkel ingevuld.
  • We hebben het gehad over
    Leonardo da Vinci

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we leren vandaag?

  • Je maakt verder kennis met het nieuwe project. We halen voorkennis op.
  • Je leert de stappen die je moet doorlopen om van een idee een echte uitvinding te maken.
  • Je kunt belangrijke uitvindingen koppelen aan de uitvinders.
  • Je leert wat de relativiteitstheorie van Einstein is.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schoolopdracht vorige week
Ga op zoek naar grote uitvinders in de boeken.
Vul het werkblad in met minimaal 10 uitvinders en hun belangrijkste uitvinding(en).
Bespreek in twee/drie tallen het resultaat.

Slide 4 - Slide

Benodigdheden:
Papier met lijntjes. 
14 Februari is de einddatum pas. We zijn er nu nog maar kort mee bezig, maar kun je vertellen hoe het de afgelopen week is gegaan?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kennen jullie de executieve functies nog?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Doelgericht is dat je weet welk doel je wilt halen.
Doorzettingsvermogen heb je nodig om je doel te behalen. 
Dat laatste is best lastig. Er zijn zoveel afleidingen en als het tegenzit en je diep in de leerkuil zit, zou je soms het liefst het bijltje erbij neergooien.
Organisatie.
Dingen volgens een bepaald systeem kunnen regelen of ordenen.
Volgehouden aandacht.
De aandacht erbij kunnen houden, ondanks afleidingen, vermoeidheid of verveling.
Flexibiliteit.
Plannen kunnen veranderen als iets niet lukt of als er tegenslagen zijn. Ook als er nieuwe informatie komt of er fouten gemaakt worden, kun je je plan aanpassen.
Timemanagement.
In kunnen schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je die kunt indelen en hoe je je aan de tijd en deadlines kunt houden.
Emotieregulatie.
Soms is het nodig om emoties te laten afzakken. Zo kun je voorkomen dat de emoties je gedrag gaan beheersen. 
Leren omgaan met emoties is niet alleen het onder controle houden van je emoties. Het is ook je eigen emoties kunnen herkennen. Het is ook belangrijk dat je de emoties bij anderen kunt herkennen en hier goed op kunt reageren.
Metacognitie.
Een stapje terug kunnen doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt. 
Terwijl je bezig bent met een taak, kun je nadenken over: wat wordt er van mij verwacht? Wat is het doel? Welke stappen moet ik zetten?
Na afloop van een taak, kun je bedenken hoe het ging: heb ik het doel bereikt en hoe heb ik de stappen doorlopen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vooruitblik
In dit project maak je een spel over een uitvinder naar keuze. Je kiest een uitvinder uit het verleden of heden, verzamelt hier informatie over en maakt hier een spel over. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Probleem!
Waar zou jij wel eens iets voor uit willen vinden?  Je hoeft de oplossing natuurlijk nog niet te weten! Het gaat puur om een probleem waar nu nog geen uitvinding voor bedacht is.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Van probleem naar uitvinding...

Hoe werkt dat nou???
  1. Je hebt een probleem 
  2. Je krijgt een goed idee
  3. ....
  4. ....
  5. ....

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Filmpje
We gaan straks een filmpje bekijken. 
Je ziet hierin de stappen die je moet doorlopen om van een idee een echte uitvinding te maken.

  • Maak tijdens het kijken aantekeningen. 
  • Als resultaat moet je een stappenplan hebben. 
  • Hoe je dit vormgeeft, mag je zelf bedenken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Van probleem naar uitvinding...
Je hebt een probleem. 
Je krijgt een goed idee.

  1. Ontwerpen. Een model/prototype (laten) maken.
  2. Nederlandse orde van uitvinders.
  3. Octrooicentrum Nederland.
  4. Testpanel.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gabriel Fahrenheit
Christiaan Huygens
Albert Einstein
Alfred Nobel
Thomas Edison
James Watt
Isaac Newton
Nikola Tesla
Kwikthermometer
Slingeruurwerk
Relativiteitstheorie
Dynamiet
Gloeilamp
Stoommachine
Zwaartekracht
elektriciteitsnetwerk

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Maak de werkbladen over 
Albert Einstein.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Samen of alleen?
We gaan dus een spel maken.
Bedenk voordat je begint of je tijdens dit project alleen of samen wilt werken.

Samenwerken doen we niet in duo's die al heel vaak samengewerkt hebben.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Informatie zoeken over een uitvinder naar keuze
Kies straks eerst een uitvinder waar je een spel over wilt maken.
Dat mag een uitvinder uit de geschiedenis zijn. Maar het mag ook een uitvinder uit het heden zijn.

We hebben het al over heel veel uitvinders gehad natuurlijk.
Op de website van Jeugdbieb en SchoolTV kun je eventueel nog meer inspiratie vinden. Typ het zoekwoord ‘uitvinder’ in op de website.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Let erop dat de informatie die je opschrijft betrouwbaar én bruikbaar is: 


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Werkblad
Als je een uitvinder hebt gekozen, ga je hier informatie over opzoeken. Dit doe je met behulp van het werkblad.
Probeer zoveel mogelijk interessante informatie te verzamelen!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Schoolopdracht

 Vul het werkblad ‘Spel over uitvinder’ helemaal in.
Je zorgt ervoor dat je alle informatie netjes in eigen woorden in een document zet.
Deel dit document met de juf.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ga je komende week met hetzelfde doel aan de slag, of kies je iets anders?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions