D-toets hfst. 2 Groen in de stad onderhouden en beheren

D-toets hfst. 2 Vergroening stedelijke omgeving
      Groen in de stad onderhouden en beheren
1 / 19
next
Slide 1: Slide
profiel groenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

D-toets hfst. 2 Vergroening stedelijke omgeving
      Groen in de stad onderhouden en beheren

Slide 1 - Slide

Wat valt er onder het onderhoud van de buitenruimte?
A
Herstellen van bestraten
B
Onderhoud aan parkmeubilair
C
Snoeien van bomen
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quiz

Wat zijn onderhoudswerk-zaamheden van een hovenier?
A
Bestraten, grasmaaien, snoeien en maaien
B
Bestrating herstellen, kantsteken, snoeien en maaien
C
maaien, snoeien, boom planten en gras zaaien
D
Boom planten, snoeien, bestrating herstellen en maaien

Slide 3 - Quiz

Waarom maak je een inventarisatie voordat je aan het werk gaat?
A
Dan kun je de functie van het gebied bepalen
B
Dan kun je de werkzaamheden goed plannen
C
Dan weet je hoe groot het gebied is
D
Dan weet je wat het onderhoud gaat kosten

Slide 4 - Quiz

Noem onderhoudwerk-
zaamheden van gras.

Slide 5 - Open question

Wat is het gebruiksdoel van grasbermen?
A
Nuttig gebruik
B
Siergebruik
C
Recreatief gebruik

Slide 6 - Quiz

Sleep naar het goede vak.
Carnivoor
Omnivoor
Herbivoor
Zaadeter

Slide 7 - Drag question

Wat zijn de vijf groeifactoren voor planten?

Slide 8 - Open question

Wat is kenmerkend voor stadslandbouw?
A
Dat de groenten gezaaid moeten worden
B
Dat er onkruid gewied moet worden
C
Dat er creatief omgegaan wordt met de ruimte

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je een planteneter en welke tanden/kiezen ontbreken bij de planteneter?
A
Herbivoor Hoektanden ontbreken,
B
Carnivoor Hoektanden ontbreken,
C
Herbivoor Snijtanden ontbreken,
D
Omnivoor Snijtanden ontbreken,

Slide 10 - Quiz

Een gerbil kun je op
2 manieren hanteren. Welke zijn dat?

Slide 11 - Open question

Honden moet je geregeld borstelen omdat...
A
honden en andere dieren dat fijn vinden
B
honden anders klitten in de vacht krijgen
C
het goed is voor de relatie tussen hond en de baas
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Sommige honden verharen niet maar moeten getrimd worden in de trimsalon. Welk ras is dat?
A
Berner Sennen
B
Poedel
C
Cocker Spaniel
D
Teckel

Slide 13 - Quiz

Welke eenheid hoort bij de volgende omschrijvingen?
Vierkante meter, m²
kubieke meter, m³
Strekkende meter, m1
inhoud
oppervlakte
lengte

Slide 14 - Drag question

Wat is onkruid?
A
Kruiden die niet eetbaar zijn
B
Lelijke bloemen en planten
C
Alle planten die in de natuur voorkomen
D
Planten die ergens groeien waar het niet gewenst is

Slide 15 - Quiz

Wat is Myiasis bij schapen?
A
Oververhitting door de dikke wol
B
Klitten die in de vacht voorkomen
C
Een huidmadenziekte

Slide 16 - Quiz

Fixeren bij dieren. Wat is dat?
A
Een dier zo vasthouden dat het zich niet kan bewegen
B
Een dier zo vasthouden dat het nog kan bewegen
C

Slide 17 - Quiz

Sleep het juiste woord naar de juiste afbeelding.
steekschop
schoffel
bats
verticuteerhark
rechttandhark
piketten
sleg
waterpas

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide