spelling

Spelling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Met of zonder -n?
Van die talentvolle voetballertjes zullen sommige(n) Oranje halen.
A
met
B
zonder

Slide 2 - Quiz

Hoe zat het ook alweer?
Als we woorden als sommige, enkele enzovoorts tegenkomen, is niet altijd meteen duidelijk of er een -n achter moet. Daarom stellen we ons de volgende twee vragen:

1. Gaat het om personen?
2. Is het telwoord zelfstandig gebruikt?

Als het antwoord op beide vragen 'ja' is, zetten we er een -n achter

Slide 3 - Slide

Huh? Zelfstandig gebruikt?
Een telwoord is zelfstandig gebruikt als er niet direct achter het telwoord een zelfstandig naamwoord staat dat er bij hoort en als er verderop in de zin niet een zelfstandig naamwoord staat dat we achter het telwoord kunnen plaatsen.

Bijvoorbeeld:
Alle wandelaars kwamen bij het hotel aan, maar voor enkele (wandelaars) was er een kamer.
(Hier is enkele niet zelfstandig gebruikt)

Slide 4 - Slide

Met of zonder -n?
Van die schattige puppies wil ik er wel enkele(n) hebben.
A
met
B
zonder

Slide 5 - Quiz

Met of zonder -n?
Mijn oma kijkt altijd naar het nieuws voor dove(n) en slechthorende(n)
A
eerste met, tweede zonder
B
eerste zonder, tweede met
C
allebei met
D
allebei zonder

Slide 6 - Quiz

Met of zonder -n?
Enkele(n) leerlingen hebben het huiswerk niet gemaakt.
A
met
B
zonder

Slide 7 - Quiz

Welke spelling is juist?

... jij ook zo moe van spelling?
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 8 - Quiz

Welke spelling is juist?

Volgens mij ... je broer moe van spelling.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
huilebalk
B
huilenbalk

Slide 10 - Quiz


Kies de juiste spelling.

Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].


A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 11 - Quiz