Lesson 2 (2)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Today

1. StudyGo
2. Rewind: Future tense
3. Homework check
4. Grammar:  word order
5. Work!
6. Looking back

Aan het einde van deze les..

1. .. weet je wanneer en hoe je de future tense met 'to be going to' moet gebruiken.
2. .. weet je wat een tijdsbepaling is.
3. .. weet je wat een plaatsbepaling is.
4. .. weet je de volgorde van plaats- en tijdsbepalingen in een Engelse zin.

Welke zinnen kloppen? (Meerdere antwoorden mogelijk)

1. She are going to watch a movie tonight.
2. They are going to play a match on Sunday.
3. It is going to rain!
4. My sis and I am going to help my mum.

'She are going to watch a movie tonight.' klopt niet, omdat...

'My sis and I am going to help my mum.' klopt niet, omdat...

Je gebruikt 'to be + going to + hele ww' om te vertellen dat iets in de toekomst gaat gebeuren als...
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. Je van tevoren iets gepland hebt om te gaan doen.
2. Je een voorspelling doet waarvoor je geen bewijs hebt.
3. Een voorspelling doet waarvoor je wél bewijs hebt.

A

Je van tevoren iets gepland hebt om te gaan doen:

We are going to see him at school tomorrow. --> Dit heb je afgesproken. 

C

Een voorspelling doet waarvoor je bewijs hebt:

Look at those dark clouds! 

(= bewijs) It is going to rain. 

2. Homework check

Homework was:

• exc. 13 t/m 17 

Please, open p.19

Check together:

exc. 15/16/17

Please, take out your notebook. 

word order

 Grammar: future tense (2)

Neem de volgende zinnen over:

1. I am going to work hard today!
2. She is going to do her homework tonight. 
3. We are going to watch a movie on Friday. 

Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?

1. I am going to work hard today!
   
2. She is going to do her homework tonight.
   
3. We are going to watch a movie on Friday. 

Kijk maar:

• I am going to work hard today!
• She is going to do her homework tonight. 
• We are going to watch a movie on Friday. 

Pak je schrift en neem over:

Je gebruikt 'to be + going to' + hele ww om:

• Aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren.
• Je hebt dan:
• Iets van tevoren gepland 
• of bewijs voor iets dat zéker gaat gebeuren, 

Let op!:

• I  AM going to + hele ww
• He / she / it  IS going to + hele ww
• You / we / they  ARE going to + hele ww

Please, take out your notebook. 

word order

Waarover vertelt 'at home' iets in de onderstaande zin?
We are going to watch a movie at home tonight.

1. De plek (waar)
2. De tijd (wanneer).

Waarover vertelt 'at school' iets in de onderstaande zin?
She is going to see him at school tomorrow.

1. De plek (waar)
2. De tijd (wanneer)

Waarover vertelt 'tomorrow' iets in de onderstaande zin?
She is going to see him at school tomorrow.

1. De plek (waar)
2. De tijd (wanneer)

Waarover vertelt 'tonight' iets in de onderstaande zin?
We are going to watch a movie at home tonight.

1. De plek (waar)
2. De tijd (wanneer).

Zinsvolgorde

Neem over in je schrift:

• She is going to see him at school tomorrow.
• We are going to watch a movie at home tonight. 

• Je ziet dat de plaatsbepaling altijd voor de tijdsbepaling staat in een Engelse zin.  Een tijdsbepaling zet je in een Engelse zin altijd achteraan. 

• In het Nederlands doen we dat vaak andersom:
• Ze ziet hem morgen op school.
• We gaan vanavond thuis een film kijken. 

5. (Home)work

Friday, January 19th:

Maken:

• exc. 18 t/m 23 (p.23 t/m 25)
• Unit 4, lesson 2: Practise more afmaken (online)

Leren: 

• words unit 4: lesson 1 & 2 (p.163)
• phrases writing unit 4 (p.165)
• words unit 3

• Voor jezelf
• In stilte
• Tijd tot afsluiting van de les.
• Muziek mag
• Klaar? Dan leren via WRTS (linkje in Classroom)

Leg in je eigen woorden uit:
Wat is een tijdsbepaling? En waar staat deze in een Engelse zin?