6.6 Geslachtelijke voortplanting

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

§ 6.6 Geslachtelijke voortplanting
Leerdoelen
  • je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert
  • je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting

Slide 3 - Slide

Deze les
Samen lezen § 6.6
Uitleg 
Aan de slag

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bevruchting

De kern van een mannelijke geslachtscel versmelt met de kern van een vrouwelijke geslachtscel

Slide 6 - Slide

Bevruchting zaadplant
Bij bevruchting versmelten de kern van de eicel en stuifmeelkorrel

Slide 7 - Slide

Geslachtscellen
  • lichaamscellen
  • zaadcellen of eicellen
  • versmelting = bevruchting
  • geslachtscel heeft de helft van het aantal chromosomen van de ouder (dus 50%)
  • na versmelting net zoveel chromosomen, maar ander setje

Slide 8 - Slide

Mitose
Meiose

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bij de bevruchting komen de erfelijke eigenschappen van twee organismen bij elkaar

Slide 11 - Slide

Hoe heet de mannelijke geslachtscel van een plant?
A
Eicel
B
Stuifmeelkorrel
C
Cel
D
Zaadcel

Slide 12 - Quiz

Voor voorplanting met bevruchting is alleen een eicel nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Bij bevruchting smelt de eicel samen met de zaadcel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Bij geslachtelijke voorplanting hebben de nakomelingen erfelijke eigenschappen van beide ouders
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Ongeslachtelijke voortplanting gebeurt door?
A
mitose
B
meiose

Slide 16 - Quiz

Ongeslachtelijke voortplanting
  • geen bevruchting
  • 1 ouder
  • dochter hetzelfde als moeder: dezelfde erfelijke eigenschappen, weinig variatie
  • dochtercellen ontstaan door mitose

Geslachtelijke voortplanting
  • bevruchting=versmelting van kernen van voortplantingscellen
  • twee ouders
  • dochter anders dan moeder: andere erfelijke eigenschappen, variatie
  • dochtercellen ontstaan door meiose

Slide 17 - Slide

Geslachtelijke voortplanting bij dieren
Zaadcel
(mannelijk)
Eicel
(Vrouwelijk)

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Bevruchting
  • Bevruchting kan inwendig of uitwendig plaatsvinden
  • Geslachtscellen:
Mannelijk: Zaadcel
Vrouwelijk: Eicel

Slide 20 - Slide

Uitwendige bevruchting

  • Bij dieren die in het water leven
  • Afzet van zaadcellen en eicellen in het water
  • Bevruchting in het water
  • Eitjes drijven erna in water of worden afgedekt of uitgebroed in buidel of in de bek...



Slide 21 - Slide

Inwendige bevruchting
  • Bevruchting in het lichaam van het vrouwtje 
  • Bij insecten, vogels, zoogdieren
  • Bij libelle: na bevruchting afzet van eitjes, ontwikeling larven
  • Bij vogels: na bevruchting, vorming eischaal, leggen van eieren, uitbroeden van eieren 

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Voortplanting waarbij slechts één ouder is betrokken is ...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Seksuele voortplanting
C
Ongeslachtelijke voortplanting
D
Multidimensionale voortplanting

Slide 24 - Quiz

Geslachtelijke voortplanting is ...
A
eicel wordt bevrucht
B
zaadcel wordt bevrucht
C
altijd inwendig
D
hetzelfde als bestuiving

Slide 25 - Quiz

Huiswerk
Leren § 6.6
maken opdrachten 1 t/m 8

Klaar? Afronden thema 6 / Leren voor toets 

Slide 26 - Slide

H6.8 Geslachtsorganen bij dieren:
Cloaca
  • opening in onderlijf
  • zowel ontlasting, urine als eieren worden afgegeven
  • bij vogels, reptielen en amfibieën
  • zowel onderdeel geslachtsorgaan als uitscheidingsorgaan

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Welk dier heeft een cloaca?
A
Mens
B
Struisvogel
C
Konijn
D
Olifant

Slide 29 - Quiz

H6.8 Hemipenis

  • Reptielen
  • vanwege lange staart
  • inwendige bevruchting
  • paring =1 van de 2 penissen gaat de cloaca binnen


Slide 30 - Slide

Welke dieren hebben een hemipenis?
A
Reptielen
B
Amfibieën
C
Zoogdieren
D
Vissen

Slide 31 - Quiz