G4BE - 2024-12-03 les 11 BE 2024-2025

Bedrijfseconomie G4
Les 12
Hoofdstuk h1 tm h5 (5.1/5.2) 
timer
4:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie G4
Les 12
Hoofdstuk h1 tm h5 (5.1/5.2) 
timer
4:00

Slide 1 - Slide

            Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (er staat wat op het (digi)bord geprojecteerd/geschreven).  
Te laat? Haal een groene kaart,  niet mopperen, hoort bij onze maatschappij.

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. Vaker dit niet voor elkaar 
(volgens mijn grillen ;-)) -> uit de les, verwijderd/boeken vergeten melding.
Device is keiharde noodzaak! Verder hou ik van technologie en ben ik een beetje hypocriet. Want hoewel ik mijn mobiel soms zal gebruiken wil ik die van jullie niet zien. Behalve als ik er expliciet naar vraag. Kan je er niet vanaf blijven? Dan mag het in de telefoontas. Ik wil ook niet waarschuwen, mobiel zien = inleveren en oranje kaart halen, zonder mopperen. Dat kan best oncomfortabel voor je zijn, dus hou dit zelf in de gaten. Thuis of in de kluis.

Geen eten/drinken (alleen flesje water is ok, geen kauwgum, blikjes cola, zakken chips, broodjes gezond...etc 
eten/drinken doe je in de pauze.).

Elke regel, in het kader van Wim's wil is wet in het klaslokaal, die je met goede reden wil breken, bespreek je VOORAF.
Verder ben ik best redelijk.... vind ik zelf ;-)  

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na vandaag, 
weet je (weer):


Wat de toetsstof is

H1 t/m H5 (van H5 alleen paragraaf 1 en 2)


Spoorboekje
  • Introductie
  • Voorspelbaargedrag
  • Wie is er ?
  • ING? 
  • Rep 9 december H1 t/m H5 (alleen par 1 & 2)

  • Leerdoelen check



Slide 3 - Slide

PvA; voorbereiden voor toets
timer
4:00

Slide 4 - Slide

Ik wil vandaag wel wat tijd om te te leren?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Reken uit, zonder rekenmachine
5 procent van €400
A
€200
B
€20
C
€100
D
€10

Slide 6 - Quiz

3 promille van €1200,- is:
A
€36
B
€360
C
€3,60
D
€3,-

Slide 7 - Quiz

Wat is het gewogen gemiddelde van de verschillende contributiebedragen?
A
€200
B
€218,82
C
€120,35

Slide 8 - Quiz

Voor deze gegevens:
 • Jeugd: 75 leden × €145 = €10.875
 • Junioren: 60 leden × €180 = €10.800
 • Senioren: 140 leden × €275 = €38.500

Totaal contributiebedrag: 10.875 + 10.800 + 38.500 = 60.175
Totaal aantal leden: 75 + 60 + 140 = 275


60.175/275 = €218,64


Het gewogen gemiddelde contributiebedrag is ongeveer €218,64.

Slide 9 - Slide

een indexcijfer:
A
heeft alleen te maken met aandelenbeurzen
B
krijg je bij een onvoldoende score
C
kan nooit veranderen
D
geeft een verhouding weer t.o.v. basisperiode

Slide 10 - Quiz

Het basisjaar krijgt een indexcijfer.....
A
10
B
1000
C
100
D
0

Slide 11 - Quiz


Wat is het indexcijfer van 2016?
Jaar
2013
2014
2015
2016
Prijs
€ 2,64
€ 2,75
€ 2,51
€ 2,78
Indexcijfer
100
A
89,2
B
90,3
C
98,6
D
110,8

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wat is een balans?
A
De balans geeft de bezittingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment weer
B
De balans geeft de bezittingen, schulden en eigen vermogen over een bepaalde periode weer
C
Een balans is een overzicht van kosten en opbrengsten op een bepaald moment
D
Een balans is een overzicht van kosten en opbrengsten over een bepaalde periode

Slide 14 - Quiz

Een resultatenrekening of winst & verliesrekening is een overzicht van de ... over een bepaalde periode.
A
Ontvangsten en uitgaven
B
Opbrengsten en kosten
C
Bezittingen en vermogen

Slide 15 - Quiz

Een autoverzekering is?
A
vrijwillige verzekering
B
niet in alle provincies verplicht
C
een sommenverzekering
D
een schadeverzekering

Slide 16 - Quiz

waar is een schadeverzekering voor?
A
financiële gevolgen van diefstal
B
financiële gevolgen van overlijden of leven
C
financiële gevolgen van schade
D
financiële gevolgen voor zorg of medicatie

Slide 17 - Quiz

Maak de volgende zin af:
Een schadeverzekering...
A
vergoedt de schade bij het optreden van een verzekerd risico
B
keert een bepaald bedrag uit bij het bereiken van een bepaalde leeftijd
C
keert een bepaald bedrag uit bij overlijden
D
keert een bepaald bedrag uit op een vooraf afgesproken moment

Slide 18 - Quiz

Wat is de eindwaarde van €1000,- als je het 5 jaar op een spaarrekening zet met een rentepercentage van 2% per jaar?
A
€1200,00
B
€1104,08
C
€1002,00
D
€1050,00

Slide 19 - Quiz


Hoe hoger de rente, hoe ... de Contante Waarde
A
lager
B
hoger

Slide 20 - Quiz

Over 15 jaar wil ik €50.000,- op mijn spaarrekening hebben staan. De samengestelde interest is 3% per jaar. Hoeveel moet ik nu storten?
A
€32093,10
B
€32000,-
C
€27500,-
D
€77898,37

Slide 21 - Quiz

Bij welke kredietvorm mag je het afgeloste bedrag steeds weer opnieuw lenen?
A
Hypotheek
B
Salariskrediet
C
Persoonlijke lening
D
Doorlopend krediet

Slide 22 - Quiz

Bij een consumptief krediet is er sprake van lenen met onderpand
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Je krijgt 0,5% samengestelde interest per half jaar, hoeveel is dat per jaar?
A
0,5%
B
0,5% * 2 = 1%
C
(1,005)^2 = 1,10025

Slide 24 - Quiz

Waar wil je nog wat uitleg over?

Slide 25 - Mind map

Nu de tijd voor jezelf, denk aan de 3 R'en
timer
4:00

Slide 26 - Slide