De rechtbank

De rechtbank 
Hoe gaat dat in zijn werk?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De rechtbank 
Hoe gaat dat in zijn werk?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al van de Rechtbank? Benoem wat je te binnen schiet

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De beklaagde
= De verdachte
  • Wordt verdacht van een misdrijf
  •  Mag zijn/haar onschuld bewijzen
  •  Heeft recht op een advocaat maar is niet verplicht

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het slachtoffer
= de burgerlijke partij
  •  het slachtoffer van een misdrrijf en vraagt een schadevergoeding
  • kan kiezen voor een advocaat of zichzelf verdedigen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De advocaat
Er zijn 2 soorten advocaten:
  1. van de beklaagde
  2. van de burgerlijke partij

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De advocaat van de beklaagde
  • Helpt de beklaagde
  • Moet bewijzen dat de beklaagde niet schuldig is, of minder straf verdient

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De advocaat van het slachtoffer
  • verdedigt het slachtoffer (=pleidooi)
  • vraagt schadevergoeding voor het slachtoffer

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De Procureur des Konings
  • Hij is de vertegenwoordiger van het Magistraat van het Openbaar Ministerie
  • Maakt bekend waar de beklaagde van verdacht wordt
  • Eist een straf van de rechter

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De rechters
  • leiden het proces
  • luisteren naar de beklaagde en de aanklager
  • bepalen of de verdachte schuldig is
  • bepalen welke straf de verdachte krijgt

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De griffier
  • maakt de procesdocumenten in orde
  • noteert de belangrijkste gebeurtenissen
  • zit ook vooraan

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tijd voor een quiz

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Wie leidt de zitting in de rechtbank?
A
De aanklager
B
De rechter
C
De advocaat
D
De griffier

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de rol van de griffier tijdens een zitting?
A
Pleiten voor de verdachte
B
Getuigen ondervragen
C
Notuleren en administratieve taken
D
Het vonnis uitspreken

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de taak van de procureur bij een zitting?
A
De verdachte verdedigen
B
De zaak presenteren namens de staat
C
Het vonnis uitspreken
D
Getuigen oproepen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wie vertegenwoordigt de verdachte in de rechtbank?
A
De reclasseringswerker
B
De advocaat
C
De politieagent
D
Het slachtoffer

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van het pleidooi tijdens een zitting?
A
Het aantonen van de onschuld van de verdachte
B
Het bepleiten van een lagere straf
C
Het oproepen van getuigen
D
Het voorlezen van de aanklacht

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er als de verdachte schuldig wordt bevonden?
A
Vrijspraak
B
Strafmaat bepalen
C
Hoger beroep mogelijk maken
D
Verwijzing naar een andere rechtbank

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wie bepaalt de strafmaat bij een veroordeling?
A
De verdachte
B
De advocaat
C
De rechter
D
Het slachtoffer

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een getuige in de rechtbank?
A
Iemand die de verdachte verdedigt
B
Iemand die het vonnis uitspreekt
C
Iemand die informatie geeft over de zaak
D
Iemand die de aanklager vertegenwoordigt

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de maximale straf die een politierechter kan opleggen?
A
Levenslange gevangenisstraf
B
10 jaar gevangenisstraf
C
Geldboete
D
Taakstraf

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Koppel kort terug: zijn er dingen die de leerlingen al wel wisten? Wat verraste ze?