Hoofdstuk 3 Candea

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3 

Geld

Welke vorm van geld
zie je hier?

1. Chartaal geld
2. Giraal geld

Noem naast Nederland nog vier landen die ook gebruik maken van de Euro

In welk van de volgende situaties is er sprake van directe ruil?

1. Je ruilt met de buurman. Jij geeft hem een ei en hij jou een kopje suiker.
2. Je koop een broodje bij de Lidl
3. Je verkoopt je oude Xbox om via Marktplaats.
4. Je maait het gras bij de buurman en hij geeft je hier €2,- voor

betaalautomaat

Bankbiljetten

Contactloos

Creditcard

muntgeld

Als je €9,87 contant afrekent. Hoeveel betaal je dan met de afronding?

1. €9,85
2. €9,90

Jan legt iedere maand geld opzij om uiteindelijk een scooter te kunnen kopen. Wat is zijn spaarmotief?

1. Voor een doel
2. Voor de rente
3. Uit voorzorg

Mark houdt iedere maand een bedrag appart een nieuwe koelkast te kunnen kopen als deze stuk gaat. Wat is zijn spaarmotief?

1. Voor een doel
2. Voor de rente
3. Uit voorzorg

Isa zet zo veel mogelijk geld op haar bankrekening om hier een beloning voor te krijgen. Wat is haar spaarmotief?

1. Voor een doel
2. Voor de rente
3. Uit voorzorg

Hoeveel leenmotieven zijn er?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de juiste omschrijving van een persoonlijke lening?

1. Je mag telkens tot een maximum bedrag lenen. Het bedrag dat je hebt afgelost, mag je opnieuw lenen.
2. Je krijgt een bedrag dat je in een vast aantal termijnen terug moet betalen.
3. Als je meerderjarig bent, dan mag je rood staan op je bankrekening.

De rente die je over een lening betaalt heet?

1. Een aflossing
2. Een termijn
3. Kredietkosten
4. Een hypotheek

Hoe heten de kosten die je bij schade (aan je scooter) zelf moet betalen?

1. Je premie
2. De verzekeraar
3. Je eigen risico
4. De polis

Hoeveel procent is de assurantiebelasting?

1. 6%
2. 21%
3. 19%
4. 25%

Hoe hoger je eigen risico,
hoe ...

Fijn weekend :)