1.
My teachers are nice.2. That car looks beautiful.
3. Haggis smells awful.
Na koppelwerkwoorden zoals:
to be (zijn), to seem (lijken), to feel (zich voelen) + to look (eruitzien), to smell (ruiken), to sound (klinken), to taste (smaken) gebruik je geen bijwoord, maar een bijvoeglijk naamwoord.