2.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

2.2 Sociale wetten

Sociale Kwestie

* Vraag of de overheid iets moet doen aan de slechte omstandigheden van de arbeiders

* Liefdadigheid

* Kerk

* Armenverenigingen -> daklozenopvang

Waarom nu opeens gezien als probleem?

Waarom nu opeens gezien als probleem?

- Arbeiders trokken naar de stad -> zichtbaar voor rijke burgers

- Besmettelijke ziektes -> rijken

- Industrie had meer aan gezonde arbeiders 

Liberalen, Socialisten en confessionelen

Waarom komen confessionelen op voor de arbeiders?

Confessionelen

* Weinig tijd voor kerkbezoek

* Arbeiders kregen andere ideeën door slechte omstandigheden 

Vakbonden

* 1866

* Arbeiders met hetzelfde beroep

* Onderhandelen met fabriekseigenaren

* Betere omstandigheden

* Niet luisteren -> stakingen

De politiek

* Sociale kwestie oplossen

* Sociale wetten = wetten die de zwakkeren beschermen

Kinderwetje van Van Houten

* 1874

* Tot 12 jaar niet in fabrieken werken

* Kinderarbeid niet voorbij -> Platteland

Arbeidswet

* 1889

* Werktijden en veiligheid

* Maximale werktijd

Leerplichtwet

* Tegen kinderarbeid

* 1901

* Kinderen van 6 tot 12 moeten onderwijs volgen

Ongevallen wet

* 1901

* Sociale verzekering

* Gevaarlijk werk -> verplicht verzekerd

Woningwet

* 1901

* Regels voor woningen

Ziektewet 

*1913

* Geld bij ziekte

Crisistijd

Situatie in Amerika

* Vrije markt economie

* Aandelen kopen

* Klein stukje van het bedrijf -> winst

* Doet het bedrijf het goed? -> aandeel meer geld waard

De beurskrach op Wall Street

* 1929

* Prijzen aandelen dalen enorm

Gevolg

* 24 oktober 1929

* Iedereen verkoopt zijn of haar aandeel

* Bang dat de aandelen nog meer zakken

* Resultaat -> waarde aandelen dalen enorm!

* Paniek

Economische crisis

* Mensen hebben aandelen gekocht 

met geleend geld -> niet terugbetalen

* Banken failliet

* Mensen kopen minder

* Bedrijven gaan failliet

* Meer werkloosheid

Werkloosheid

* 150.000 -> 600.000

* Steun -> uitkering

* laag om mensen te stimuleren werk te zoeken

* Stempelen -> niet zomaar werken

Werkverschaffingsprojecten

* Zwaar handwerk

* Verplicht

* Dijken/parken aanleggen

Hendrik-Colijn

* 1933 minister president

* Geld besparen -> aanpassingspolitiek

* Bezuinigen op onderwijs, loon en werklozen

* Vergroot armoede en chaos

Opdrachten

Maak de opdrachten van 2.2

Klaar?

Begrippen leren

Kahoot