Help de Bijen - Greenpeace

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welk van de onderstaande beestjes is een honingbij?
Honingbij
Hommel
Wesp

Slide 5 - Drag question

Bijen leven in een familie. Waar bestaat zo een 'bijenvolk' uit?
A
Een koningin, een imker (iemand die bijen houdt) en een bijenkorf
B
Zo'n 10 koninginnen en veel werksters (vrouwtjesbijen) en verdedigers (mannetjesbijen)
C
Een koningin, een aantal darren (mannetjesbijen) en heel veel werksters (vrouwtjesbijen)

Slide 6 - Quiz

Waar bouwt de honingbij zijn nest?
A
Onder de grond, in het losse zand
B
In holle bomen, bijenkasten of een bijenkorf
C
In bijenraten

Slide 7 - Quiz

Waarom maken bijen honing?
A
Bijen maken graag honing zodat mensen daar lekker van kunnen eten
B
Bijen gebruiken het om een voedselvoorraad te hebben in de winter en om hun larven te voeden.
C
Bijen maken honing voor andere dieren zoals vogels en vleermuizen.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Help de bijen!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

B&B voor Bees
En nu zelf aan de slag!

Slide 23 - Slide

Stap 1: Kies je materiaal
In principe kun je jouw bijenhotel maken van elk materiaal, maar sommige materialen zijn wat minder geschikt dan anderen. Zoals gezegd leggen bijen hun eitjes in holle gangetjes, dus het is het makkelijkst om te kiezen voor holle takjes van planten, of kleine pvc buisjes. Een aantal voorbeelden van geschikte planten:

- Bamboe
- Riet
- Braam
- Rozen
Het is geen probleem om in je hotel te variëren met verschillende
materialen. Dat is juist alleen maar leuker! 

Slide 24 - Slide

Stap 2: De muren

Met oude kistjes en afval hout bouwen we ons bijenhotel. Als je écht creatief wilt zijn, kun je de muren natuurlijk ook helemaal zelf maken! Met wat houten plankjes, spijkers en een hamer kom je al een heel eind. Je kunt je bijenhotel dan elke gewenste vorm geven. En wil je het nog leuker maken, dan kun je natuurlijk verschillende verdiepingen en kamers toevoegen aan je hotel – die je allemaal met andere materialen in kunt richten!

Slide 25 - Slide

Stap 3: De gangen

In de gangen van het hotel leggen de bijen hun eitjes. Bijen zijn kieskeurig 
en leggen hun eitjes niet zomaar in elke gang! Let bij het maken van de 
gangen op de volgende zaken:

De gangen moeten altijd aan één kant dicht zijn
De diameter van de gangen mag variëren van 2 tot 12 millimeter
De gangen mogen tussen de 3 en 20 centimeter diep zijn
Zowel de gangen zelf als de openingen moeten glad zijn
Het is belangrijk dat de gangen aan de achterkant gesloten zijn. Als je holle takken of pvc buizen gebruikt, zorg er dan voor dat ook aan de achterkant van het hotel een muur is geplaatst, waar de buisjes tegenaan komen. Zo sluit je alle gangen gelijk af.

Slide 26 - Slide

Stap 4: Het afdak

Het is belangrijk dat de gangen van het hotel droog blijven. Een keer een spatje water is geen ramp, maar wanneer de gangen teveel regenwater vangen, gaan de eitjes of opgroeiende bijen die zich in de gangen bevinden dood aan schimmels. Zorg er dus voor dat je bijenhotel voorzien is van een mooi afdakje dat de gangen beschermt tegen regenwater.

Het afdakje hoeft niet té ver uit te steken; bijen houden namelijk wel van de zon! Als het afdakje een klein beetje uitsteekt zodat het de regen tegenhoudt maar de zon nog wel doorlaat, is het perfect.

Slide 27 - Slide

Stap 5: Plaatsing

Het is belangrijk dat je je bijenhotel plaatst op een warme plek, uit de wind. Het beste is het om het hotel te richten op het zuiden, maar dat is natuurlijk niet altijd mogelijk. Het is belangrijk dat de gangen warm en droog blijven wanneer de eitjes erin liggen. Kies daarom een geschikte plek uit voor je hotel, waar het zoveel mogelijk zonlicht kan vangen en niet teveel wind.

Slide 28 - Slide

Succes!

Slide 29 - Slide