What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2H - Les 16 - STG
2H - Martes 25 de octubre - STG
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2H - Martes 25 de octubre - STG
Slide 1 - Slide
¿Qué hacemos hoy?
Toetsweek 1
Quizlet
Clases anteriores
Bijvoeglijk naamwoord
Deberes
Slide 2 - Slide
PW U 1 + 2
Lees + luister
Voca Unidad 1 81-90 NL-SP
Voca Unidad 2 1-90 NL-SP
Ser
Llamarse (& andere wederkerende ww)
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Meervoudsregel
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden
ik
yo
jij
tú
hij - zij - u
él - ella - usted
wij
nosotros/-as
jullie
vosotros/-as
zij meervoud - u meervoud
ellos - ellas - ustedes
Slide 4 - Slide
Welk persoonlijk voornaamwoord hoort erbij:
Paco y yo
A
vosotros/as
B
tú
C
yo
D
nosotros/as
Slide 5 - Quiz
Het juiste persoonlijke voornaamwoord voor:
La señora García
A
ustedes
B
usted
C
el
D
vosotros
Slide 6 - Quiz
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
A
rojo, azul y amarillo
B
arriba, debajo, al lado
C
yo, usted, nosotros
D
bien, mal, terrible
Slide 7 - Quiz
Het juiste persoonlijke voornaamwoord voor: Pedro
A
yo
B
él
C
ella
D
tú
Slide 8 - Quiz
Welk persoonlijk voornaamwoord hoort erbij?
Anna y Angelica
A
ellos
B
ellas
C
ella
D
ello
Slide 9 - Quiz
yo (ik)
tú (jij)
él, ella, usted (hij, zij, u)
nosotros, nosotras (wij)
vosotros, vosotras (jullie)
ellos, ellas,ustedes (zij)
SER (zijn)
persoonsvormen
soy (ik ben)
eres (jij bent)
es (hij, zij is/ u bent)(ev)
somos (wij zijn)
sois (jullie zijn)
son ( zij zijn, u bent) (mv)
vervoeging
Slide 10 - Slide
Sleep de vormen van
ser
naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
tú
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois
Slide 11 - Drag question
_______ (yo) española
Ik ben Spaanse.
Slide 12 - Open question
______ (tú) Elena
Jij bent Elena
Slide 13 - Open question
______ (nosotros) de Madrid.
Wij komen uit Madrid.
Slide 14 - Open question
Carlos y yo .....................(ser)holandeses.
A
eres
B
es
C
somos
D
sois
Slide 15 - Quiz
Mis amigos...................(ser)muy simpáticos.
A
somos
B
sois
C
son
D
es
Slide 16 - Quiz
Vul de juiste vorm van SER in.
Yo.....................(ser)estudiante.
A
eres
B
soy
C
somos
D
son
Slide 17 - Quiz
La profesora de español..........................(ser)mexicana.
A
es
B
eres
C
somos
D
soy
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)
A
eres
B
somos
C
soy
D
sois
Slide 19 - Quiz
ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois
Slide 20 - Quiz
Werkwoord: llamarse (heten)
Slide 21 - Slide
¿Qué significa heten en Español?
A
vivir
B
llamarse
C
ser
D
tener
Slide 22 - Quiz
Welke is geen "verbo reflexivo"?
A
Ducharse
B
Llamarse
C
Levantarse
D
Comer
Slide 23 - Quiz
Él _________ (llamarse) Juan López.
A
se llama
B
me llamo
C
llama
D
llamarse
Slide 24 - Quiz
llamarse, tú
A
llamas
B
se llama
C
te llamas
D
llama
Slide 25 - Quiz
llamarse, nosotros
A
nos llamamos
B
os llamáis
C
se llaman
D
te llamas
Slide 26 - Quiz
Mis hermanos (llamarse) Joaquín y Sabina
A
se llama
B
llama
C
os llamáis
D
se llaman
Slide 27 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoorden
Wat je moet weten:
Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd
achter
het zelfstandig naamwoord.
Bijvoeglijke naamwoorden
richten zich
naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)
Slide 28 - Slide
1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een
-O
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)
Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een
-o
verandert de
-o
in een
-a
als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat.
vb: el libro bonit
o
(het mooie boek)
la casa bonit
a
(het mooie huis)
Slide 29 - Slide
2. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een
-E.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een
-e
veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
.
vb: el chico inteligent
e
(de intelligente jongen)
la chica inteligent
e
(het intelligente meisje)
Slide 30 - Slide
3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een
medeklinker
.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een
medeklinker
veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan.
vb: el coche
azul
(de blauwe auto)
la carpeta
azul
(de blauwe map)
Slide 31 - Slide
Meervoud
van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een
klinker
krijgen in het meervoud een
-s
.
vb: el chico inteligente -->
los
chico
s
inteligente
s
la casa grande -->
las
casa
s
grande
s
Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een
medeklinker
krijgen in het meervoud
-es.
vb: el profesor genial -->
los
profesor
es
genial
es
la situación difícil -->
las
situacion
es
difícil
es
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!
Slide 32 - Slide
Trabajamos
Página 24, ej 2 & 3
Slide 33 - Slide
More lessons like this
2H - Les 17 - STG
October 2022
- Lesson with
52 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV - Les 21 PW U1 & U2
January 2024
- Lesson with
25 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV - Les 21 PW U1
October 2022
- Lesson with
25 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Adjetivos y verbos regulares
October 2024
- Lesson with
30 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Adjetivos y verbos regulares
December 2023
- Lesson with
31 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Getallen, pers vnw, lidwoorden, bijv. nw, regelmatige ww, ser/estar
November 2022
- Lesson with
34 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2HV - Les 21 PW U1 & U2
October 2022
- Lesson with
29 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
adjetivos havo/vwo 2
March 2024
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2