4.2. Voedingsmiddel en voedingsstoffen

Stan en Lise                           Lisa en Gijs                           Marjolijn

Giovanni en Emma             Bjorn en Roos                     Iris

Max en Britt                    Maxim            Elsje                  Jorik en Muryan


linkerkant bij pc
Aan de gewone tafels
rechterkant bij pc
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stan en Lise                           Lisa en Gijs                           Marjolijn

Giovanni en Emma             Bjorn en Roos                     Iris

Max en Britt                    Maxim            Elsje                  Jorik en Muryan


linkerkant bij pc
Aan de gewone tafels
rechterkant bij pc

Slide 1 - Slide

Koppels:
Stan en Lise
Lisa en Gijs
Marjolijn 
Giovanni en Emma
Bjorn en Roos
Iris 
Max en Britt
Maxim 
Elsje 
Jorik en Muryan
Koppels:
Stan en Lise
Lisa en Gijs
Marjolijn en Tim
Giovanni en Emma
Bjorn en Roos
Iris en Jan
Max en Britt
Maxim en Jolijn
Elsje en Sem
Jorik en Muryan

Slide 2 - Slide

Deze les
Leer je het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof.
Leer je de verschillende voedingsstoffen + hun functie

Slide 3 - Slide

Programma
  • maken van 4.1 opdracht: 1, 4, 5, 6
  • video
  • Lezen bs. 4.2 : blz. 13 t/m 17 
  • maken: 11, 12, 14, 17
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Programma
  • maken van 4.1 opdracht: 1, 4, 5, 6
  • video
  • Lezen bs. 4.2 : blz. 13 t/m 17 
  • maken: 11, 12, 14, 17
timer
15:00

Slide 6 - Slide

voedingsmiddel/voedingsstof
Voedingsmiddel= het product dat je eet of drinkt
Voedingsstof=  de stoffen in voedingsmiddelen die je lichaam opneemt

Slide 7 - Slide

voedingsstoffen
- Eiwitten
- Koolhydraten
- Vetten
- Water
- Mineralen (zouten)
- Vitamines

Slide 8 - Slide

Functies
- bouwstoffen
- brandstoffen
- reservestoffen
- beschermende stoffen

Slide 9 - Slide

Programma
  • video
  • Lezen bs. 2 : blz. 13 t/m 17 
  • korte uitleg
  • maken opdracht   11, 12, 14, 17
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Koolhydraten
Brandstof en Reservestof (glycogeen en vet)
En in (mindere mate) ook bouwstof

Aardappelen en granen -> zetmeel
Vruchten -> glucose

Slide 11 - Slide

Vetten
Brandstof en bouwstof en reservestof

verzadigde vetten = vooral brandstof. Niet goed voor hart en bloedvaten
Onverzadigde vetten= bouwstof. Goed voor hart en bloedvaten

Slide 12 - Slide

Eiwitten
Belangrijke bouwstof (voor enzymen, organen en cytoplasma)

Slide 13 - Slide

Water
Bouwstof (cytoplasma, bloed)


Slide 14 - Slide

Mineralen
(Bijvoorbeeld: calcium, fluor, ijser, natrium en kalium)

Bouwstof en beschermende stof

In kleine hoeveelheden nodig

Slide 15 - Slide

Vitamines
Bouwstof en beschermende stof

Slide 16 - Slide

Indicator
Joodoplossing is de indicatof van zetmeel
Fehling is indicator van glucose (in teststrookje)

Slide 17 - Slide