Les 3 - Thema Studie en werk - Taak 2 Salaris

Rekenen
Les 3 Thema 'studie en werk'
Taak 2 'Salaris'

1 / 24
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Rekenen
Les 3 Thema 'studie en werk'
Taak 2 'Salaris'

Slide 1 - Slide

Programma
Terugblik 
Oriëntatie
Uitleg/theorie
Aan de slag
Evaluatie




Slide 2 - Slide

Terugblik: 2 vragen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Oriëntatie
Leerdoelen:
- Je kunt een percentage uitrekenen
- Je kunt het oude totaal uitrekenen
- Je kunt het nieuwe totaal uitrekenen
- Je kunt een procentuele verandering uitrekenen
- Berekening noteren

Slide 5 - Slide

Oriëntatie
In tweetallen: bekijk de volgende woorden en verwerk ze in een zin. Woord(engroep) goed gebruikt? Nu is de ander aan de beurt. 

- Loonstrook                                                   - Percentage
- Procentuele afname en toename     - Minimumloon
- Brutoloon                                                      - Nettoloon
- Toeslag                                                           - Inclusief (btw)
- Exclusief (btw)                                            - Toeslag

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Uitleg/theorie
Reken uit: 
34% van 450 = ...

Voorbeeldberekening:

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Nu jullie:
40% van € 365,80 = ...

  • Voorbeeld: je rekent uit hoeveel 10% is en vermenigvuldigt met 4
  • Voorbeeld: je rekent uit hoeveel 1% is en vermenigvuldigt met 40
  • Voorbeeld: je zet de gegevens in een verhoudingstabel
  • 40% van € 365,80 = 146,32

Slide 14 - Slide

Nu jullie:
Noa betaalt € 123 voor een webcam. Dat is 82% van de volle prijs, omdat hij de webcam bij zijn werkgever koopt. 

Wat is de volle prijs van de webcam?

  • Voorbeeldberekening:
  • € 123 is 82%. 
  • Je moet uitrekenen hoeveel 100% is.
  • Verhoudingstabel gebruiken: € 123 : 82 x 100 = € 150

Slide 15 - Slide

Bij een afname of toename in procenten is er altijd een oud totaal, een afname of toename en een nieuw totaal. Het oude totaal is altijd 100%.
Hoeveel procent is hier het nieuwe totaal?

Slide 16 - Slide

Aandachtspunt:
Bij het rekenen met procentuele toe- en afname moet je steeds bedenken: wat is het oude totaal?
Het oude totaal is altijd 100%.

Dus stel jezelf de volgende vragen: 
1. Wat is het oude totaal (100%)?
2. Heb je te maken met een toename of een afname? 
3. Hoeveel procent is dit?


Slide 17 - Slide

Nog een aandachtspunt:
Inclusief 21% btw = 121% (kleding, electronica, inrichting, etc.)
Inclusief 9% btw = 109% (voedingsmiddelen)
Exclusief btw = 100%

Slide 18 - Slide

Probeer het eens:


  • € 308,55 = 121%

  • € 308,55 : 121 = € 2,55 (je hebt 1% uitgerekend)

  • € 2,55 x 100 = € 255 (je hebt 100% uitgerekend)
Dit kan ook in een verhoudingstabel.

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Opdrachten taak 2 'Salaris'
  • Bepaal: welk onderdeel vraagt mijn aandacht? -> Veel oefenen.
  • Welk onderdeel beheers ik al en onderhoud ik? -> Kies een aantal uitdagende opdrachten uit.


Verlengde instructie?

Slide 20 - Slide

Exit-ticket Salaris - Meervoudige afname of toename

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Evaluatie
Evt. extra oefenen: 

Slide 23 - Slide

Volgende les
- Taak 3 | Op de arbeidsmarkt


Slide 24 - Slide