Les 3 Bijzondere ondersteuningsmethodieken deel 2

Bijzondere ondersteuningsmethodieken - deel 2
Les 3
Juliët Grimberg
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BegeleidingsmethodiekenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bijzondere ondersteuningsmethodieken - deel 2
Les 3
Juliët Grimberg

Slide 1 - Slide

Ondersteuningsmethodieken
  1. Ontwikkelingsstimuleringsmethodieken
  2. Vaardigheidstraining
  3. Gedrag veranderende methodieken
  4. Therapeutische methodieken 

Slide 2 - Slide

Ondersteuningsvraag gericht op
Benaderingswijze 
Gedragsverandering
gedragsmatige aanpak
mediërende aanpak Feuerstein
Therapeutisch: verhelpen probleem (gedrag) 
methode Heijkoop: 'anders kijken naar'
gentle teaching en relatietherapie
'active support'
triple C
oplossingsgericht werken
psychotherapie en vaktherapie

Slide 3 - Slide

Gedragsverandering; Gedragsmatige aanpak 
Wanneer? Als je gedrag wilt afleren, aanleren of versterken
Achtergrond: Elk gedrag is aangeleerd en kan dus ook weer afgeleerd worden
Praktische uitvoering: Versterken of belonen / Negeren of isoleren/ Straffen

Slide 4 - Slide

Ongewenst gedrag afleren
- Situatie, omgeving of iets in de ruimte veranderen
- Gedrag negeren en tegelijkertijd nieuw gewenst gedrag aanleren
- Een ander gevolg geven aan het gedrag

Slide 5 - Slide

Tips bij toepassen; Versterkers
- Geef versterker zo snel mogelijk

- Maak duidelijk voor welk gedrag --> benoem expliciet

- Zorg dat versterker past bij cliënt

- Materiële beloning; met mate; ook sociale beloning & niet altijd dezelfde 

Slide 6 - Slide

Tips bij negeren en isoleren
  • Kunnen jullie het aan om gedrag consequent te negeren?
  • Bereid je voor; eerst komt een toename van het gedrag
  • Bereid de cliënt voor; vertel dat je het gedrag gaat negeren en vertel welk gedrag je wel wenst
  • Negeer al het ongewenste gedrag
  • Ondersteun jezelf; help bijvoorbeeld een andere cliënt tijdens het ongewenste gedrag
  • Bij time out; zorg voor saaie maar niet angstige omgeving
  • Bij time out; geef eerst waarschuwing, werkt dat niet dan met neutrale houding in time out (benoemen wanneer cliënt eruit mag, hoelang)
  • Bij vaak gebruik van time out; andere aanpak bedenken  

Slide 7 - Slide

Richtlijnen en tips bij straffen
  • Zo snel mogelijk na ongewenst gedrag
  • Geef straf in rust - geen wraak
  • Uitleg voor en na de straf (waarom en welk gedrag wel)
  • Geef een passende straf 
  • Een uiterste maatregel, dus niet te vaak
  • Niet overdrijven (korte straffen)
  • Duidelijk einde benoemen en na afloop contact herstellen  

Slide 8 - Slide

Gedragsverandering; Mediërende aanpak 
Israëlische professor Feuerstein 
Achtergrond: alle mensen zijn maakbaar en onderwijsbaar
Mediatie: aanbieden van verrijkte speciale vormen van interactie
In de praktijk: dagelijkse situaties moeten worden gebruikt als leersituaties
Visie: 'Ik laat je niet zijn zoals je nu bent. Ik help en ondersteun jou te worden wie je ook kunt zijn.'
Doelgroep: Met name kinderen met een beperking

Slide 9 - Slide

Mediërende aanpak 
  1. Doelgericht handelen = Mediator zorgt dat kind zich richt op iets specifieks. Passend bij ontwikkeling. 
  2. Zingeving = Mediator moet waarde of belang aan activiteit hangen. Het kind moet weten waarvoor hij iets doet. 
  3. Transcedentie = Mediator helpt kind om leerervaringen van ene situatie te verplaatsen naar andere situatie. Door bijv. relaties te benoemen. 

Individuele verrijkingsprogramma --> mensen met ontwikkelingsachterstand
Wordt weinig gebruikt in gehandicaptenzorg, maar sommige ouders gebruiken dit wel. 

Slide 10 - Slide

Ondersteuningsvraag gericht op
Benaderingswijze 
Gedragsverandering
gedragsmatige aanpak
mediërende aanpak Feuerstein
Therapeutisch: verhelpen probleem (gedrag) 
methode Heijkoop: 'anders kijken naar'
gentle teaching en relatietherapie
'active support'
triple C
oplossingsgericht werken
psychotherapie en vaktherapie

Slide 11 - Slide

Anders kijken naar... Heijkoop
Anders kijken naar ernstig probleem gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking. 

Probleem gedrag heeft betekenis. Signaal dat cliënt zich angstig of onveilig voelt. Manier om te overleven. Gedrag van cliënt wordt geanalyseerd met filmopnames. 
Begeleider moet zichzelf leren kennen. Hoe reageer jij op stress? De cliënt reageert daar weer op. 

Slide 12 - Slide

Methode Heijkoop 
Heel veel filmpjes op youtube

Slide 13 - Slide

Gentle teaching & relatie therapie
  • Uitgangspunt is; relatie begeleider en cliënt . 
  • Doel: verminderen ernstig zelf verwondend en agressief gedrag. Hechte onderlinge relatie bewerkstelligen, waardoor probleemgedrag niet meer nodig is. 
  • NIET; straffen/ belonen/ dwangmiddelen/ vrijheid beperkende maatregelen 
  • In de praktijk; een klap met een glimlach opvangen 

Slide 14 - Slide

Active support 
Doel: cliënten leven een betekenisvol leven
Uitgangspunt: Als verveling verdwijnt, verdwijnt probleemgedrag
In de praktijk: Iedere cliënt een zo gewoon mogelijk leven. Iedere cliënt eigen programma en eigen structuur. Elke activiteit heeft instructieplan. Cliënten doen zoveel mogelijk zelf. 
NIET: Straffen bij probleemgedrag, maar negeren - afleiden - belonen 

Slide 15 - Slide

Triple C
Doelgroep: Mensen met verstandelijke beperking met gedragsproblematiek en/ of psychische problemen. 
3x C = Cliënt / Coach/ Competentie 
In de praktijk:  Onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie & zinvolle daginvulling bieden. Cliënt doet succeservaringen op. Vertrouwen groeit - problematisch gedrag verdwijnt . 

Slide 16 - Slide

Oplossingsgericht werken 
Doelgroep: mensen met lichte of matige verstandelijke beperking. 
Achtergrond: niet kijken waar probleem vandaan komt, maar waar cliënt naar toe wil (gewenst gedrag) 
In de praktijk: Sterke kanten cliënt aanspreken en kwaliteit van leven verbeteren. Cliënt is expert van zijn leven en niet de begeleider. Zoek naar momenten waarop probleemgedrag niet aanwezig is en versterk deze. 

Slide 17 - Slide

Psychotherapie en vaktherapie
  • Gegeven door therapeut.
  • Psychotherapie vooral praten (meestal niet zo geschikt voor cliënten met verstandelijke beperking) Eventueel toneel, muziek of spel toevoegen.
  • Vaktherapie is geschikter. Overkoepelend voor; dramatherapie, beeldende therapie, muziektherapie, danstherapie, tuintherapie en psychomotorische therapie. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide