Doel: cliënten leven een betekenisvol leven
Uitgangspunt: Als verveling verdwijnt, verdwijnt probleemgedrag
In de praktijk: Iedere cliënt een zo gewoon mogelijk leven. Iedere cliënt eigen programma en eigen structuur. Elke activiteit heeft instructieplan. Cliënten doen zoveel mogelijk zelf.
NIET: Straffen bij probleemgedrag, maar negeren - afleiden - belonen